‘Multidisciplinair forensisch onderzoek van onbekende doden en Cold Cases’
Nieuwe bijzondere publicatie van het Programma Politie en Wetenschap.
Verschillende forensisch deskundigen die tegelijkertijd onderzoek doen aan één tand of nagel om op die manier zoveel mogelijk informatie over de identiteit van een onbekende dode te krijgen. Dat is het doel van een multidisciplinair onderzoeksproject in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, waarin het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) samenwerken. De sleutel tot succes zit in de voorbewerking van de tand of nagel, die in stukjes wordt verdeeld. “Daardoor is het nu mogelijk om sneller en meer informatie uit tanden en nagels te halen. Dat is grote winst voor cold cases en de identificatie van onbekende doden.”
Als van een onbekende dode alleen nog resten van het skelet, de nagels of het gebit over zijn, bieden die ‘harde delen’ forensisch nog goede kansen om de persoon te identificeren. Zo kan er bij het NFI DNA uit tanden worden gehaald voor de bepaling van het geslacht en de identiteit van de persoon. De forensisch antropoloog van het instituut kan iets zeggen over de leeftijd van een persoon. De forensisch toxicoloog van het NFI kan uit tanden informatie halen over eventueel medicijn en drugsgebruik in de weken voorafgaand aan het overlijden. Ook is het mogelijk om met koolstofdatering aan het gebitselement de geboortedatum van een persoon te bepalen (RUG). Isotopenonderzoek (VU) geeft antwoord op de vraag waar een persoon heeft geleefd.
Ieder een stukje
Voor nagels geldt ongeveer hetzelfde, ook daar wordt interessante informatie in opgeslagen. Een nagel zegt in tegenstelling tot tanden meer over het recente verleden van een overleden persoon. “Dat maakt het een mooie combinatie”, zegt Rogier van der Hulst, forensisch toxicoloog bij het NFI en projectleider. “Nieuw is dat de verschillende onderzoeken nu allemaal tegelijk ingezet worden bij één tand of nagel.” Dat is mogelijk door de voorbewerking van het materiaal. De tand wordt zo verdeeld dat de onderzoekers tegelijk hun werk kunnen doen. DNA wordt bijvoorbeeld geëxtraheerd uit de pulpaholte van het gebitselement, de wortels van de tand zijn geschikt voor toxicologisch onderzoek en koolstofdatering. Het antropologisch onderzoek, om te bepalen hoe oud iemand is, gebruikt het middendeel van de tand. Isotopenonderzoek voeren de deskundigen uit op een deel van de kroon. Zo krijgt ieder specialisme zijn eigen stukje. Nagels zijn overigens eenvoudiger te verdelen: in vier stukken, voor vier verschillende onderzoeken (minus antropologie). Voor het project zijn tanden en nagels beschikbaar gesteld van zeven personen die hun lichaam hebben gedoneerd aan de wetenschap.
Profiel helpt politie
“In totaal voeren we dus negen onderzoeken uit op de tanden en nagels”, legt Van der Hulst uit. “Al die resultaten samen helpen om een goed profiel op te maken van de onbekende dode. Als alle onderzoeken slagen, dan heb je het geboortejaar, sterftejaar, leeftijd, geslacht, de regio waar de persoon is opgegroeid, de regio waar de persoon is overleden en het eventuele gebruik van geneesmiddelen en drugs.” Die puzzelstukjes samen, helpen de politie om de soms lastige puzzel van de identiteit van een onbekend persoon te kunnen leggen. Bijvoorbeeld in cold cases waar de politie te maken heeft met onbekende doden die volledig geskeletteerd zijn en waar dus geen spier of bloed meer is om te onderzoeken. Denk aan de onderkaak van een mens die aanspoelt op het strand of als iemand lang begraven is geweest in een bos.
Voor cold cases en onbekende doden geldt dat het mogelijk is dat er zeer weinig lichaamsmateriaal beschikbaar is: er zijn niet altijd meerdere tanden om te verdelen. Deze schaarse beschikbaarheid beperkte voorheen de inzet van de verschillende onderzoeksmogelijkheden. De tand of nagel was na enkele onderzoeken vaak ‘op verbruikt’ en daardoor was er geen vervolgonderzoek mogelijk. “Dit ging ten koste van de potentieel beschikbare informatie uit andere onderzoeken. Dat is nu we allemaal aan één tand of nagel kunnen werken, niet meer het geval.”
Goede resultaten
De verschillende onderzoeken hebben goede resultaten opgeleverd. Voor de nagels lukte het alle disciplines om daar bruikbare informatie uit te halen. “Een 100% score”, zegt Van der Hulst tevreden. Voor de onderzochte tanden lag dat iets anders. Bij DNA, de leeftijdsschatting en voor de koolstofdatering lukte het de onderzoekers om uit ongeveer 76% van de metingen in tanden bruikbare informatie halen. Van der Hulst heeft er wel een verklaring voor dat het geen 100% score is. “Het merendeel van de onderzochte tanden was in zeer slechte staat. Dat komt omdat de mensen die hun lichaam aan de wetenschap doneerden, oud en ziek waren. Dat is niet geheel representatief voor de forensische populatie. Vermiste personen zijn vaak jonger en hebben betere tanden. Bij echte zaken verwacht ik dus een nog hogere slagingskans.”
Toch is hij tevreden, juist omdat er nog wel informatie uit zulk slecht materiaal is gekomen. “Ondanks de staat, hebben we bijvoorbeeld toxicologische resultaten verkregen en koolstofdatering kunnen doen. Als de politie nu een tand instuurt, weten we dat we in ieder geval goede kans hebben om bruikbare informatie uit die tand te halen.”
Netwerk
De winst van dit project is niet alleen sneller en meer informatie over een onbekende dode krijgen, de verschillende deskundigen vormen nu ook een netwerk dat elkaar versterkt. De combinatie van vijf disciplines heeft grote meerwaarde voor de onderzoeksmogelijkheden.
Dit is een origineel bericht van Het Programma Politie en Wetenschap
Ga naar alle berichten van deze organisatie.