Autodealers zien winst in Q3 met 34% dalen
Opkomende storm registraties bedrijfswagens niet in staat teruglopende verkoop van nieuwe personenauto’s en structurele kostenstijgingen te compenseren
De nettowinst van de gemiddelde autodealer* bedroeg in het derde kwartaal van 2024 slechts 0,89 procent van de omzet, tegenover 1,43 procent in hetzelfde kwartaal vorig jaar. Dat betekent een winstdaling van 34 procent, ondanks een gemiddelde omzetgroei van 6 procent. Dat blijkt uit de meest recente Branche Barometer van BOVAG, de trendanalyse van de resultaten in de dealerwerkmaatschappijen.
Volgens Bert de Kroon, voorzitter BOVAG Autodealers, zet de trend uit het tweede kwartaal verder door. “Er zit geen autonome groei meer in de markt voor nieuwe auto’s. De kosten blijven stijgen en vooral de loonkosten drukken zwaar op het bedrijfsresultaat. In de afgelopen twee jaar zijn de loonkosten met 16,9 procent toegenomen. Dit zet de marges verder onder druk, terwijl de rente hoog blijft en andere kosten, zoals huisvesting en automatisering, eveneens blijven oplopen.”
Opkomende storm bedrijfswagens
Binnen de nieuwverkoop zit er alleen groei bij bedrijfswagens (LCV’s), maar deze is zuiver fiscaal gedreven. Ondernemers vervangen hun wagenpark versneld, vooruitlopend op het vervallen van de bpm-vrijstelling op bedrijfswagens met een verbrandingsmotor per 1 januari 2025 én de invoering ZE-zones in binnensteden, waarbij het moment van eerste tenaamstelling vóór 1 januari 2025 een belangrijke peildatum is. Hoewel de grootste piek in het vierde kwartaal wordt verwacht, lag het aantal registraties van bedrijfswagens tot en met Q3 met 70.700 al 31,5 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar.
De Kroon waarschuwt echter dat deze tijdelijke stijging onvoldoende is om de impact van de teruglopende nieuwverkoop van personenauto’s te compenseren. “Daarnaast zien we, mede door onzekerheid op de Europese automarkt en discussies tussen lidstaten over de te behalen CO2-normen, in combinatie met zwalkend Nederlands beleid rondom het stimuleren van elektrische auto’s, onzekerheid ontstaan. Dit zet niet alleen de marges onder druk, maar ook de restwaardes van (elektrische) voertuigen.”
Nieuwverkoop onder druk
De omzet uit nieuwe auto's daalde in Q3 gemiddeld met 169.650 euro per dealer ten opzichte van vorig jaar, ondanks de eerdergenoemde toename in het aantal verkochte bedrijfswagens tot en met september 2024. De gemiddelde verkoopprijs van een nieuwe auto daalde in Q3 voor het eerst in lange tijd met 1,2 procent tot 34.186 euro. Tegelijkertijd blijven de verkoopkosten verder oplopen. Met name de kosten van het demopark zijn, met 21,8 procent, fors gestegen.
Dealer groeit mee met occasionmarkt
Door een afname van de vraag naar nieuwe auto’s worden dealers, voor het op peil houden van het nodige volume, steeds afhankelijker van de omzet uit verkoop gebruikt. De verhouding tussen nieuw- en occasionverkoop is in het derde kwartaal van 2024 verder verschoven naar 1 op 1,47, terwijl dit in dezelfde periode vorig jaar nog 1 op 1,23 was. Dealers spelen hiermee in op de groeiende occasionmarkt en versterken hun positie. De omzet uit gebruikte auto’s steeg met 11,3 procent naar gemiddeld 5.501.897 euro.
Tegelijkertijd daalde de gemiddelde verkoopprijs van occasions met 5,7 procent naar 18.492 euro. De verplichte 12 maanden garantie blijft ook in dit kwartaal zichtbaar in de kosten: de garantiekosten stegen met 18 procent, net als in het vorige kwartaal.
Aftersales draagt bij aan kostendekking
De absorptieratio, oftewel de mate waarin werkplaats en magazijn bijdragen aan de kosten van het dealerbedrijf, is in het derde kwartaal met 1,6 procent gestegen. Dit is te danken aan een sterke omzetgroei in zowel het magazijn (21,1 procent) als de werkplaats (19,3 procent), waarmee beide afdelingen in omzet beter presteerden dan vorig jaar.
De prijsstijgingen in onderdelen en uurloon hebben de dealer echter niet volledig door kunnen berekenen aan de klant, waardoor het afdelingsresultaat relatief 0,9 procent heeft ingeleverd, mede door een gemiddelde loonstijging van 9 procent bij de productieve medewerkers (personeel waar direct uren op gefactureerd kunnen worden, bijvoorbeeld in de werkplaats. Over de afgelopen twee jaar ligt dit percentage bij monteurs zelfs op 21 procent. Bert de Kroon: “Dit laat zien dat bedrijven bereid zijn te investeren in het behoud van technisch, vakbekwaam personeel, wat essentieel is gezien het structurele tekort.”
Tegelijkertijd staan de productiviteit en efficiency in de werkplaatsen al langer onder druk, met een daling van respectievelijk 2,6 procent en 2,9 procent. De Kroon: “Investeren in procesoptimalisatie en digitalisering biedt belangrijke kansen om de aftersalesresultaten te verbeteren. Cruciaal daarbij is een intensievere samenwerking met fabrikanten. Door verdere digitalisering en directe fabrieksinterfaces kunnen we data koppelen aan onze dagelijkse werkprocessen en zo stappen zetten richting meer efficiency.”
Maar deze, en andere investeringen vergen kapitaal dat voor het MKB duur en niet eenvoudig te verkrijgen is. De Kroon: “Bovendien gaat veel investeringskapitaal op aan de tsunamie aan regeldruk waar ondernemers mee te maken hebben, aan energieprijzen die in Nederland fors hoger liggen dan in de landen om ons heen en almaar stijgende loonkosten. Om het Nederlandse dealerbedrijf gezond te houden is een hoop werk aan de winkel voor onze overheid zodat wij als ondernemers kunnen blijven investeren in onze winkels.”
*De BOVAG Branche Barometer is een trendanalyse van de resultaten in de autodealerwerkmaatschappijen. Bedragen en percentages zijn uitgedrukt als gemiddelden per dealervestiging.
Dit is een origineel bericht van BOVAG
Ga naar alle berichten van deze organisatie.