Nieuw besluit nodig over islamitische basisschool in gemeente Westland

07 FEB 2018 10:18 | Raad van State

De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media moet een nieuw besluit nemen over het plan van basisscholen in de gemeente Westland. In het plan had de gemeente eerder een nieuwe islamitische basisschool opgenomen, maar de toenmalige staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had dat plan in december 2016 afgekeurd. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt in een uitspraak van vandaag (7 februari 2018) dat dat besluit niet goed is onderbouwd. De uitspraak heeft niet tot gevolg dat de islamitische basisschool er nu kan komen. De minister moet eerst een nieuw besluit nemen. Pas na een nieuw, positief besluit wordt de basisschool in een nieuw plan van scholen opgenomen en komt deze in aanmerking voor bekostiging.

Leerlingenprognose

De gemeenteraad van Westland had de islamitische basisschool op verzoek van de stichting Yunus Emre uit Den Haag in het gemeentelijke plan van scholen 2017-2019 opgenomen. De staatssecretaris keurde dat plan af, omdat volgens hem te weinig leerlingen in de gemeente Westland naar deze school zullen gaan. De gemeente had de zogenoemde leerlingenprognose in het plan gebaseerd op het belangstellingspercentage voor een islamitische basisschool in de gemeente Maastricht, wat een vergelijkbare gemeente zou zijn. Volgens de staatssecretaris bestaan er echter grote verschillen in de bevolkingssamenstellingen van Westland en Maastricht, zodat de leerlingenprognose  niet kon worden gebaseerd op dat belangstellingspercentage.

Oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak

Maar naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak had de staatssecretaris er rekening mee moeten houden dat in de gemeente Westland aanzienlijk meer kinderen in de basisschoolleeftijd wonen dan in Maastricht. Ook als dat in verhouding minder kinderen met een niet-Westerse achtergrond zijn, zouden er in totaal nog steeds genoeg leerlingen kunnen zijn voor een islamitische basisschool, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. De minister zal daar in zijn nieuwe besluit rekening mee moeten houden.

Meer binnen deze rubriek