Tijdens de Covid-19 pandemie implementeerden veel landen ‘social distancing’, maatregelen om sociaal afstand te houden die de overdracht van het virus aanzienlijk verminderden. Wetenschappers van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ), Wageningen University & Research (WUR) en Swiss Federal Institute of Technology Lausanne (EPFL) hebben nu ontdekt dat grijze zeehonden en gewone zeehonden in de Nederlandse Waddenzee verschillende vormen van social distancing vertonen. Dit kan een evolutionair gevolg zijn van verschillen in vatbaarheid voor ziekte. Bovendien kunnen de waargenomen verschillen tussen grijze zeehonden en gewone zeehonden worden gebruikt om soorten te onderscheiden in observaties vanuit de lucht.
Een interdisciplinair team van onderzoekers heeft een nieuwe benadering bedacht om fijnschalige verspreidingspatronen van zeehonden te bestuderen. In hun studie, gepubliceerd in Royal Society Open Science, gebruiken ze luchtfoto's om de verspreidingspatronen in kolonies van gewone zeehonden te vergelijken met die van grijze zeehonden. "Door de afstand van elke zeehond tot zijn buren te meten, ontdekten we dat gewone zeehonden op grotere afstand van soortgenoten blijven dan grijze zeehonden", aldus Anne Grundlehner, marien ecoloog bij Wageningen Marine Research.
Ziekten verspreiden
Deze bevinding is vooral interessant in de context van de overdracht van ziekteverwekkers. " Gewone zeehonden lijken minder resistent te zijn tegen ademhalingsvirussen dan grijze zeehonden. Zeehonden in de Waddenzee hadden bijvoorbeeld last van twee uitbraken van het Phocine Distemper Virus (PDV) in 1988 en 2002", vervolgt Grundlehner. "Tijdens deze uitbraken werden populaties van gewone zeehonden met wel 50% gereduceerd, terwijl grijze zeehonden relatief ongedeerd bleven door hetzelfde virus. Het is mogelijk dat de grotere onderlinge afstanden die we bij gewone zeehonden zien een evolutionaire reactie weerspiegelen op de gevoeligheid van de soort voor ziekteverwekkers."
Grijze zeehonden in de Waddenzee. Foto: Jeroen Hoekendijk (NIOZ / WMR)
Zeehonden volgen vanuit de ruimte
De waargenomen patronen zijn soortspecifiek en kunnen daarom dienen als hulpmiddel voor soortidentificatie. Dit is vooral handig voor toepassingen waarbij beelden een te lage resolutie hebben om het onderscheid tussen zeehondensoorten te maken aan de hand van uiterlijke kenmerken. "Zeehonden zijn vanuit de ruimte te zien", zegt Jeroen Hoekendijk, promovendus aan de WUR en het NIOZ. "Op deze satellietbeelden is een enkele zeehond echter maar een paar pixels groot: over het algemeen lang niet genoeg om de soort te bepalen. Door gebruik te maken van deze ruimtelijke patronen hebben we nu een nieuw hulpmiddel bij het identificeren van soorten in satellietbeelden."
Omdat deze werkwijze gemakkelijk kan worden toegepast op andere vinpotigen (zeehonden, zeeleeuwen, pelsrobben en walrussen), hopen de onderzoekers dat hun nieuwe bevindingen mogelijkheden bieden om meer informatie te verzamelen over vinpotigen in afgelegen en ontoegankelijke gebieden, zoals het Noordpoolgebied, waar het milieu snel verandert en hulpmiddelen nodig zijn om de effecten op wilde dieren te monitoren.
Leven in zee en op het land
Vinpotigen leven op de grens tussen de zee en het land. Ze jagen in een mariene omgeving, maar zijn afhankelijk van land of ijs om te rusten, te ruien en hun jongen ter wereld te brengen. De meeste vinpotigen hebben de neiging om te verzamelen als ze aan land gaan en ze kunnen grote groepen vormen.
In de Nederlandse Waddenzee leven twee soorten vinpotigen: de grijze zeehond en de gewone zeehond. Op beide soorten is in het verleden veel gejaagd, maar ze hebben zich sindsdien hersteld: de grijze zeehond telt nu ongeveer 6.500 exemplaren, terwijl er bijna 8000 gewone zeehonden zijn geteld.
Dit is een origineel bericht van Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)
Ga naar alle berichten van deze organisatie.