Nettowinst per autodealer gedaald naar 1,34 procent
Uit de BOVAG Branche Barometer van BOVAG Autodealers blijkt dat het gemiddelde rendement per vestiging in 2023 tot en met het derde kwartaal 1,34 procent bedroeg. Een jaar eerder was dat nog 1,78 procent. Hoewel de groei in afleveringen van nieuwe auto’s resulteerde in een fors hogere omzet, staan de marges in toenemende mate onder druk en nemen de kosten toe.
De totale omzet per dealervestiging steeg in de eerste 9 maanden van dit jaar met 16,4 procent tot meer dan 12 miljoen euro. Echter, waar in 2022 in de eerste 3 kwartalen een nettowinst van gemiddeld ruim 185.000 werd gerealiseerd, bedroeg het absolute rendement dit jaar 162.389 euro en dat was dus 12,4 procent minder. Het overgrote deel van de omzetstijging komt voort uit de groei in het aantal nieuwe auto’s dat werd afgeleverd (188 versus 166), die ook nog eens tegen een gemiddelde netto verkoopprijs van dik 32.000 euro werden verkocht (plus 12,7 procent). Het afgelopen jaar neemt die gemiddelde prijs met circa 1.000 euro per kwartaal toe, waarin duidelijk het stijgende aandeel van -duurdere- elektrische auto’s is te zien.
Verkoopresultaat daalt
Ook gebruikte auto’s werden duurder; ten opzichte van een jaar eerder steeg de gemiddelde verkoopprijs bij een dealer tot en met Q3 met bijna 9 procent tot 17.800 euro. De omzet uit verkoop van nieuwe en gebruikte auto’s steeg zodoende van 8,75 miljoen euro naar iets minder dan 10,4 miljoen. Omdat de marges onder druk staan en de kosten aanzienlijk stijgen, steeg het afdelingsresultaat met slechts 3.000 euro. Zo namen de kosten van de verkoopafdeling toe van bijna 55 naar 58 procent van de brutomarge. Relatief gezien daalde dat resultaat derhalve met 0,5 procentpunt tot 2,7 procent. Zowel bij de occasions als bij de nieuwe auto’s nam de omloopsnelheid van de voorraad af en het aantal stadagen toe, terwijl de waarde van de occasionvoorraad per dealer inmiddels bijna 1 miljoen euro bedraagt (plus 11 procent in vergelijking met 2022). Tevens stegen de garantiekosten per occasion met 26,7 procent.
Hogere loonkosten
In het magazijn en in de werkplaats is duidelijk zichtbaar dat de omzetstijgingen voor het overgrote deel worden veroorzaakt door hogere tarieven voor onderdelen en manuren. De prognose voor het aantal te factureren uren per monteur in heel 2023 steeg weliswaar met 3,3 procent, maar bedraagt minder dan 1.200. Tegelijkertijd namen de loonkosten per medewerker in de werkplaats en magazijn met 8 tot 9 procent toe. De absorptieratio, oftewel de mate waarin de aftersales de algemene kosten dekt, daalde 75,2 naar 73,4 procent. Medio 2022 lag die ratio nog boven de 80 procent.
Onzekerheid in de markt
Bert de Kroon, voorzitter van BOVAG Autodealers, voorspelde in het vorige kwartaalbericht van de BOVAG Branche Barometer een ‘perfect storm’: “Dat vooruitzicht wordt er niet beter op, aangezien de intake van orders voor nieuwe auto’s achterblijft en de kosten stijgen. We zitten in een recessie, de rentestand is nog steeds hoog, de voorraadwaarde stijgt, de loonkosten nemen toe en in de markt heerst nog immer onzekerheid. Zo blijft het vooralsnog onduidelijk of en in welke mate de aanschaf en het bezit van elektrische auto’s in de nabije toekomst door de overheid wordt gestimuleerd, hoe de vraag zich bij particuliere en zakelijke kopers gaat ontwikkelen en hoe (nieuwe) fabrikanten daar al dan niet op inspelen. Voor autokopers zijn er nu in elk geval volop kansen en ook nog eens zonder lange levertijden.” De Kroon ziet ruimte voor verbetering in de aftersales: “In de werkplaats blijkt een resultaatverbetering voornamelijk het gevolg van hogere tarieven en niet zo zeer van efficiënter werken. Daar valt bij de gemiddelde dealervestiging nog een wereld te winnen, vaak simpelweg door scherper aan de wind te varen en de processen beter te stroomlijnen. Voor de meeste dealers geldt nu echter dat vooral dat in het hele bedrijf alle zeilen moeten worden bijgezet.”
Dit is een origineel bericht van BOVAG
Ga naar alle berichten van deze organisatie.