Martha van den Hengel
De beroepen van praktische techneuten moeten veel aantrekkelijker worden en meer aanzien krijgen. Een leuke opleiding, fijne werkomstandigheden, mooie carrièrekansen en een goed salaris zijn daarbij belangrijk. Alleen dan zullen er ook meer leerlingen afkomen op technische mbo-opleidingen.
Terwijl er nu al een nijpend tekort is aan praktisch opgeleide technici, daalt de instroom van nieuwe studenten aan technische mbo-opleidingen. Dat is zorgelijk, want volgens cijfers van NGinfra zijn er nu al 100.000 tot 150.000 technisch opgeleide arbeidskrachten te weinig.
De dalende instroom van mbo-studenten is niet alleen vervelend omdat vakmensen zoals bijvoorbeeld verwarmingsmonteurs nauwelijks meer te vinden zijn, het brengt ook de energietransitie als geheel in gevaar.
Om Nederland te verduurzamen, moeten het elektriciteitsnet worden verzwaard, warmtenetten aangelegd, huizen geïsoleerd, transformatiehuisjes aangelegd en ga zo maar door. Allemaal praktisch, uitvoerend werk.
Hoewel er werk in overvloed is, is mbo nog altijd het minst populaire opleidingsniveau. Bedrijven uit de energiesector werken wel al nauw samen met opleidingen om dit aan te pakken. Door bijvoorbeeld opleidingen modulair te maken, kunnen studenten veel sneller aan de slag in een betaalde baan.
Ook zijn er goede zij-instroomtrajecten voor jongeren, ouderen, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en statushouders. Daarnaast zijn er programma’s die het vak een leven lang interessant en afwisselend maken.
Er wordt al tientallen jaren aan gewerkt, maar helaas is het tij nog niet gekeerd. Een havo-diploma heeft nog altijd meer aanzien. Daarom blijft investeren in het aantrekkelijk maken van technische mbo-opleidingen en loopbanen cruciaal voor de toekomst van Nederland.
Dit is een origineel bericht van Mensen Maken de Transitie
Ga naar alle berichten van deze organisatie.