Zeina Bassa-Dafesh
Aanleiding:
Kinderen zeggen er vrolijk van te worden, toch spelen ze minder buiten
Nieuw onderzoek laat zien dat in de afgelopen jaren het aantal kinderen dat buiten speelt enorm is gedaald. We zijn nu op een punt beland dat slechts 13 procent van de kinderen dagelijks zonder toezicht buiten speelt. VeiligheidNL vindt dit zeer zorgwekkend: hoog tijd dat de generatie ‘binnenzitters’ weer teruggebracht wordt naar een generatie ‘buitenspelers’.
Als kinderen minder (vrij) buiten spelen, leren ze ook minder goed risico’s inschatten. Buiten is namelijk dé plek waar kinderen ontdekken, hun grenzen verleggen en leren omgaan met risico's. Dit hebben kinderen nodig om zowel fysiek en mentaal sterker te worden.
Vroeger was het vrij gewoon dat kinderen zich bezighielden met activiteiten als in bomen klimmen, op geheime plekken spelen of hutten bouwen in de bosjes. Tegenwoordig zijn de mogelijkheden daarvoor helaas veel beperkter. Er zijn veel belemmeringen om naar buiten te gaan. De schermtijd van kinderen is een van de oorzaken. Daarnaast zijn er ook weinig avontuurlijke speelplekken waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten.
Het is belangrijk dat ouders hun kinderen stimuleren om meer en vrij buiten te spelen. Naast de ouders hebben ook scholen, dagopvang en de wijk hierin een verantwoordelijkheid. Zij kunnen initiatieven opzetten om vaker naar buiten te gaan. Het is ook van groot belang dat gemeenten blijven investeren in avontuurlijke speelplekken: een essentieel risicovolle speelomgeving voor onze kinderen. Laten we hier werk van maken met elkaar: zo werken we samen toe van een ‘binnenzitters’ generatie naar een ‘buitenspelers’ generatie.
Dit is een origineel bericht van VeiligheidNL
Ga naar alle berichten van deze organisatie.