Noord-Brabant moet plannen voor project tussen Waalwijk en Den Bosch beter motiveren

24 NOV 2021 10:15 | Raad van State

Provinciale staten van Noord-Brabant krijgen een half jaar de tijd om een aantal gebreken in de inpassingsplannen voor de Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat te herstellen. Dit staat in een zogenoemde tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (24 november 2021). Provinciale staten zullen in elk geval beter moeten kijken naar het stikstofonderzoek waarop de plannen zijn gebaseerd en naar een maatregel die bedoeld is om de stikstofuitstoot in het gebied te verminderen. Nadat de provincie hierover een nieuw besluit heeft genomen, zal de Afdeling bestuursrechtspraak een einduitspraak over de plannen doen.

Oostelijke Langstraat

De Oostelijke Langstraat is het gebied aan weerszijden van de A59 tussen Waalwijk en ’s-Hertogenbosch. De provinciale inpassingsplannen ‘Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat West’ en ‘Gebiedsontwikkeling Oostelijke Langstraat Oost’ maken het mogelijk om in dit gebied de infrastructuur aan te passen en natuur, water en recreatiemogelijkheden aan te leggen. Zo maken de plannen de aanleg van parallelwegen, twee ecologische verbindingszones en een snelfietsroute mogelijk. Met de plannen verdwijnen ook vier van de negen op- en afritten van en naar de A59. Tegen de plannen kwamen ruim twintig partijen in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak.

Stikstofberekening

Om de stikstofuitstoot op beschermde natuurgebieden die met de plannen gepaard gaat te berekenen, heeft de provincie gebruikgemaakt van een rekenmodel. Dit rekenmodel gaat uit van een zogenoemde afkap voor verkeer. Hierbij wordt stikstofuitstoot van verkeer dat terechtkomt op meer dan vijf kilometer afstand van de weg niet meegenomen in de berekeningen. De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de provincie onvoldoende heeft gemotiveerd dat met dit model volledig, precies en definitief kan worden geconcludeerd dat de plannen geen nadelige gevolgen hebben voor omliggende Natura 2000-gebieden. Europese natuurwetgeving vereist wel die mate van volledigheid en duidelijkheid. De Afdeling bestuursrechtspraak kwam eerder ook al tot dit oordeel in haar uitspraak over het tracébesluit over de ViA15.

Mitigerende maatregel

Om de schadelijke gevolgen van de plannen voor de beschermde natuurgebieden in de buurt te verminderen (‘mitigeren’) heeft de provincie een agrarisch bedrijf in Drunen opgekocht en de natuurvergunning van dat bedrijf ingetrokken. De provincie heeft de verwachte positieve effecten hiervan voor de natuur meegenomen in het stikstofonderzoek. Dit wordt ook wel extern salderen genoemd. Hoewel dat is toegestaan, zijn daar wel voorwaarden aan verbonden. De provincie heeft in dit geval onvoldoende gemotiveerd dat aan die voorwaarden is voldaan.

Te weinig informatie

Het komt erop neer dat de ‘stikstofwinst’ die is behaald met het opkopen van het agrarische bedrijf alleen voor deze plannen mag worden ingezet als er nog andere maatregelen worden genomen die ervoor kunnen zorgen dat de stikstofneerslag op het al overbelaste Natura 2000-gebied ‘Loonse en Drunense Duine & Leemkuilen’ vermindert. De provincie heeft te weinig informatie gegeven om dit vast te stellen. Op de rechtszitting is wel verwezen naar het beheerplan voor dit gebied. Maar daarin staat geen enkele concrete maatregel die is gericht op het verminderen van de stikstofneerslag voor dit natuurgebied. Zonder aanvullende motivering kan niet worden beoordeeld of de mitigerende maatregel in dit geval gebruikt mag worden voor de plannen voor de Oostelijke Langstraat, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.

En nu?

Provinciale staten hebben nu een half jaar de tijd om de plannen voor de Oostelijke Langstraat beter te motiveren. Ook de natuurvergunning die gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft verleend voor het project, moet worden aangepast. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak pas een einduitspraak kunnen doen over de provinciale inpassingsplannen.

Voor meer informatie over de uitspraak en/of de procedure kun je contact opnemen met mr. Wendy van der Sluijs, persvoorlichter bij de Raad van State, via 070 – 426 4812 of 06 – 23 31 75 06.

Meer binnen deze rubriek