'Bied de vleermuis onderdak in strijd tegen de eikenprocessierups'

28 MEI 2021 10:01 | ANP Expert Support

Dit is een expertquote van Maarten Bruns, IVN Natuureducatie, in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Nationale Vleermuistuintelling 2021

Aankomend weekend is weer de Nationale Vleermuistuintelling met als een doel een goed beeld te krijgen van de hoeveelheid vleermuizen in tuinen en de bebouwde omgeving. Veel mensen vinden de vleermuis maar een griezelig beestje, dat ze liever niet in hun tuin zien. Zonde, want als veel meer huizen en andere gebouwen vleermuisproof zouden zijn, dan zouden we veel minder last hebben van andere wel nare diertjes, zoals de eikenprocessierups.

Als IVN Natuureducatie stimuleren we daarom het natuurinclusief bouwen. Dit houdt in dat rekening wordt gehouden met onder andere vogels en ook vleermuizen. De vliegende zoogdieren, die sommige mensen associëren met vampieren, zijn in feite onze vrienden. Ze nemen enorme hoeveelheden muggen en andere lastpakken te grazen. De kleine dwergvleermuis, verreweg de meest geziene soort, kan wel 1000 muggen in een avond verschalken.

Maar niet alleen muggen staan op het menu. Afgelopen jaren rukt de eikenprocessierups op. De eikenprocessievlinder is een prachtige nachtvlinder, maar de rupsen zijn een ware nachtmerrie. Met name in steden en dorpen, waar het natuurlijk evenwicht ver te zoeken is en vijanden schaars zijn. Van mezen is het algemeen bekend dat ze wel van een rups houden, maar ook vleermuizen doen een duit in het zakje. Met name de grotere vleermuissoorten lusten wel een eikenprocessievlinder. En per vrouwelijke vlinder, scheelt dat zomaar 400 rupsen.

Dwergvleermuis voert lijst aan

Bij de telling vorig jaar werden vooral veel dwergvleermuizen gesignaleerd, op afstand gevolgd door de laatvlieger, die graag in de stad komt, en de rosse vleermuis. Nederland telt 18 vleermuissoorten, die allemaal streng beschermd zijn. Zo is halverwege de vorige eeuw de vleermuispopulatie erg achteruitgegaan, onder andere door verstoring van verblijfplaatsen. Het gaat nu over het algemeen weer beter met het beestje, maar daar moeten we wel iets voor blijven doen. De meeste soorten zijn namelijk kwetsbaar omdat ze maar één jong per jaar krijgen.

Meedoen aan de vleermuistelling is dus heel zinvol. En wie iets extra’s wil doen voor de vleermuis, kan bijvoorbeeld een vleermuizenkast ophangen.

Maarten Bruns is expert stadsnatuur van IVN Natuureducatie

Meer binnen de rubriek Dieren