Wad verandert in gaswingebied

27 NOV 2023 14:58 | Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)

’t Horntje, 27 november 2023 – Wadplaten die door gaswinning dalen, veranderen van samenstelling. Dat blijkt uit een publicatie die deze week is verschenen in het Journal of Applied Ecology. “De gemiddelde korrelgrootte van het wad in het gaswingebied is in 12 jaar tijd ruim 10% kleiner geworden. Daarmee wordt het zand steeds fijner”, zegt NIOZ-onderzoeker Allert Bijleveld. Ook de samenstelling van het bodemleven is in die periode veranderd ten opzichte van vergelijkbare gebieden die niet onder invloed stonden van gaswinning.

Foto: Het nemen van een bodemmonster van de boot om de sedimentsamenstelling en biodiversiteit van het benthische leven te bepalen. Credits: Kees van de Veen.

Langjarige monitoring

De gegevens over de samenstelling van de bodem en het bodemleven komen uit het langjarige monitoringprogramma SIBES. In deze Synoptic Intertidal BEnthic Survey, wordt nu al 15 jaar, met een web van knooppunten op iedere 500 meter van de droogvallende wadplaten, jaarlijks de bodem bemonsterd. In totaal gaat dit om een kleine vijfduizend monsterlocaties. Daaruit blijkt dat de korrelgrootte in de gebieden die door de gaswinning rond Ameland zijn gedaald, tussen 2008 en 2020 ieder jaar met gemiddeld 1 micrometer afnam, terwijl er in referentiegebieden geen afname te zien was. Over de hele periode is de gemiddelde korrelgrootte gedaald van 154 naar 138 micrometer. Bijleveld: “In de praktijk betekent dit dat er steeds fijner bodemmateriaal in de kom ligt die door de gaswinning is ontstaan. Dat heeft potentieel consequenties voor de bodemdieren die daar leven.”

Veranderd leven

Het onderzoek geeft ook al een eerste indicatie voor dat veranderde bodemleven. De totale biomassa in het gedaalde gebied nam iets af, al was die afname statistisch niet significant ten opzichte van de referentiegebieden. De samenstelling van het bodemleven veranderde wel statistisch significant in het voordeel van bijvoorbeeld zandzagers en andere dieren die meer van diepere bodems houden en in het nadeel van bijvoorbeeld wadslakjes, die van ondiep wad houden.   

Foto: Kokkels die werden verzameld bij een meetstation. Credits: Kees van de Veen

Hand aan de kraan

Bij de vergunning voor mijnbouwactiviteiten onder het Werelderfgoed Waddenzee, is afgesproken dat gas en ook zout ‘met de hand aan de kraan’ wordt gewonnen. Wanneer de gaswinning effecten heeft op de natuurwaarden, moet de winning volgens de vergunning worden afgeremd. Omdat ’natuurwaarden’ lastig te meten zijn, wordt er vooral gelet op bodemdaling. Uit dit onderzoek blijkt nu dat alleen bodemdaling geen goed signaal is voor die waakzame hand aan de kraan. Bijleveld: “Strikt genomen is er de afgelopen decennia geen bodemdaling geweest, omdat het dalende gebied weer is opgevuld. Maar de kwaliteit van de bodem veranderde wel en daarmee ook de samenstelling van het bodemleven.”

De Nederlandse Aardoliemaatschappij NAM haalt al sinds de jaren tachtig gas uit het wad bij Ameland. In het gaswingebied ligt nu meer slib dan elders op het wad, maar omdat er destijds geen goede metingen zijn gedaan vóór de winning begon, is nu ook niet met zekerheid te zeggen of dat slib daar al was, of door de winning is gekomen. Dit onderzoek geeft daar nu wel een eerste aanwijzing voor.

Buiten beeld

Bijleveld pleit er dan ook voor om langjarig onderzoek zoals het SIBES-meetprogramma te betrekken in beslissingen rond mijnbouw- en andere activiteiten in de Waddenzee. “Voor de wettelijk verplichte ‘hand aan de kraan’ wordt nu bij de zoutwinning rond Harlingen maar op een heel beperkt aantal punten naar de bodem gekeken. Daarmee blijven de werkelijke effecten van de bodemdaling buiten beeld. Voor een serieuze beoordeling van effecten is het noodzakelijk om al vóór een ingreep te beginnen met meten en via een uitgebreid en langlopend onderzoek als SIBES automatisch ook vergelijkbare gebieden in de gaten te houden. Naast een eventuele netto daling van de bodem, zou vooral ook de samenstelling van de bodem en het bodemleven een maatstaf moeten worden”, stelt Bijleveld.

Foto: Het zeven van een van de bijna 5.000 bodemmonsters die met SIBES zijn genomen op het intergetijden wad van de Nederlandse Waddenzee. Credits: Kees van de Veen

Over NIOZ Zeeonderzoek

Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (kortweg NIOZ Zeeonderzoek), is het nationale oceanografische instituut en het expertisecentrum van Nederland voor oceaan, zee en kust. We bevorderen fundamenteel begrip van mariene systemen, de manier waarop ze veranderen, de rol die ze spelen in klimaat en biodiversiteit én hoe ze duurzame oplossingen kunnen bieden aan de maatschappij van de toekomst.

Meer binnen de rubriek Dieren en natuur