De burgemeester van Rotterdam mocht twee noodbevelen geven rond het tot onrust leidende bezoek van de Turkse minister voor Familiezaken aan het Turkse consulaat in het centrum van Rotterdam in maart 2017. Het is begrijpelijk dat de burgemeester vreesde voor ernstige wanordelijkheden. Hij mocht dan ook een tijdelijk gebiedsverbod instellen rond het consulaat en mensen bevelen te vertrekken uit het centrum van de stad. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (18 december 2019).
De zaak was aangespannen door enkele Turkse Nederlanders die naar het consulaat in Rotterdam wilden komen en het niet eens zijn met het ingrijpen van de burgemeester. De rechtbank Rotterdam stelde hen in december 2018 al in het ongelijk.
Onrust bij bezoek Turkse minister
In de nasleep van de mislukte coup in Turkije in juli 2016 waren spanningen ontstaan in de Turkse gemeenschap in Nederland en in Rotterdam. Die spanningen liepen op in de aanloop naar een referendum over een omstreden wijziging van de Turkse grondwet. Turkse bewindslieden bezochten buiten Turkije wonende Turken (die mochten stemmen voor dat referendum) als campagne voor de grondwetswijziging. Die voorgenomen bezoeken leidden tot een diplomatieke aanvaring tussen de Nederlandse en de Turkse regering, nadat Turkse ministers toegang tot Nederland was geweigerd en de minister voor Familiezaken onverwacht het consulaat in Rotterdam wilde bezoeken.
Noodbevelen…
De burgemeester van Rotterdam vreesde confrontaties tussen voor- en tegenstanders van de Turkse regering rond het consulaat, dat in het centrum van Rotterdam ligt aan een drukke weg. Hij hield rekening met een oncontroleerbare mensenmassa op een locatie waar geen plaats is voor een grote hoeveelheid mensen. Daarom vaardigde hij twee noodbevelen uit. Die hielden in dat personen zich moesten verwijderen uit het gebied rond het consulaat en dat iedereen die deel zou kunnen nemen aan wanordelijkheden in de omgeving van het centrum, daar moest vertrekken.
…waren in orde
De Turkse Nederlanders die deze juridische procedure zijn begonnen, hebben verschillende bezwaren aangevoerd tegen de noodbevelen. Zo zouden de noodbevelen niet goed bekend zijn gemaakt en zou de burgemeester de risico’s hebben overschat. Geen van de bezwaren slagen. De burgemeester heeft de noodbevelen goed bekend laten maken en kon op basis van de informatie die hij had inderdaad vrezen voor ernstige wanordelijkheden. Het ging hier om een uitzonderlijke situatie. Daarom stelt de Afdeling bestuursrechtspraak de burgemeester in het gelijk.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.