Onderzoek wijst uit: goedkope vlaggenstaten accommoderen illegale praktijken
De meeste Russische, Iraanse en Noord-Koreaanse schepen die onder een andere vlag varen om sancties te ontduiken en ruwe olie, wapens, chemicaliën of andere verboden goederen van en naar die landen te smokkelen, varen onder Panamese vlag. Ook vaart een derde van deze schaduwvloot onder een zogeheten goedkope vlag. Die vlaggenstaten kijken niet naar de nationaliteit van de scheepseigenaar en maken zo bewust of soms onbewust illegale praktijken mogelijk.
Dat blijkt uit een groot onderzoek naar 1261 schepen die op internationale sanctielijsten staan door scheepregistratiekantoor Lorrendraaier. Deze schaduw- of donkere vloot dankt zijn naam aan het uitschakelen van de transponder, zodat schepen onzichtbaar worden. Ze worden momenteel voornamelijk ingezet om sancties te omzeilen en bijvoorbeeld olie te smokkelen. Het is vaak moeilijk te achterhalen wie de echte eigenaar is. Ook veranderen schepen soms van naam. Omdat hun IMO-nummer hetzelfde blijft, kon Lorrendraaier wel volgen onder welke vlag de gesanctioneerde schepen varen.
Uit een analyse van 300 Russische schepen die onder de internationale sancties vallen, blijkt dat ruim een kwart onder eigen vlag vaart. Een kwart vaart onder Panamese vlag en een op de vijf schepen staat geregistreerd in Barbados. De schaduwvloot van Noord-Korea vaart voornamelijk onder eigen vlag, net als die van Iran. Maar ook in die landen varen veel schepen onder Panamese vlag. In totaal vaart een derde van alle gesanctioneerde schepen in de wereld onder Panamese vlag. De Cook Eilanden volgen op plek twee met 14 procent. Van de schepen die onder de sancties vallen vaart 32 procent onder een zogeheten goedkope vlag of in het Engels a flag of convenience. Die vlaggenstaten accepteren in principe schepen van alle nationaliteiten. Panama, Barbados en de Cook Eilanden zijn zulke staten, maar ook Palau, Togo, Guinee of de Comoren. Allemaal staten in de top tien van landen onder wiens vlag de schaduwvloot vaart. Het koninkrijk Eswatini in zuidelijk Afrika, formeel bekend als Swaziland, lijkt in 2023 zelfs puur en alleen opgericht te zijn als vlaggenstaat om gesanctioneerde schepen te huisvesten die door andere landen zijn afgewezen.
Dit soort schepen zijn vaak verouderd en voldoen niet aan internationale milieu- en veiligheidsvoorschriften. Ze kunnen milieurampen veroorzaken, vormen een gevaar voor bemanning, havens en scheepvaartverkeer en ondermijnen internationale sancties. ,,Deze vlaggenstaten accommoderen de schaduwvloot en lappen daarmee alle internationale afspraken aan hun laars”, zegt eigenaar Boudewijn Meijer van Lorrendraaier. Dat gebeurt niet altijd bewust, benadrukt hij. , Als een schip dat geregistreerd staat in San Marino en eigendom is van een Grieks bedrijf bijvoorbeeld verkocht wordt aan China of Iran en daarna illegaal olie gaat smokkelen, weet deze vlaggenstaat daar niet altijd iets van af. “Dat geldt volgens de geanalyseerde data niet voor een land als Panama. Daar weten ze blijkbaar precies wat ze doen.”
Volgens hem zijn deze praktijken moeilijk tegen te houden omdat er veel geld met de smokkel gemoeid is. Ook hebben sommige vlaggenstaten zelfs hun primaire business gemaakt van de scheepsregistratie. De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) doet in een rapport over frauduleuze registratie van schepen wel aanbevelingen om het misbruik van internationale maritieme verdragen, ingesteld om bemanning, lading en het milieu te beschermen, te bestrijden en de activiteiten van de schaduwvloot te beperken. Zo zouden landen kunnen samenwerken om vlaggenstaten met juridische en financiële sancties te dwingen tot betere registratie en regelgeving. Havenautoriteiten zouden inspecties en controles van fraudelues geregistreerde schepen kunnen opvoeren. Er zou zelfs een nieuw internationaal verdrag over het registreren van schepen kunnen komen. Nu is het de verantwoordelijkheid van elke vlaggenstaat om zijn eigen schepen te reguleren.
Dit is een origineel bericht van Lorrendraaier