Vrouwelijke vreemdelingen die in Nederland een westerse levensstijl hebben aangenomen die in hun land van herkomst niet wordt geaccepteerd, hebben niet per definitie recht op asiel in Nederland. Zij hebben dat wel als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (21 november 2018). De uitspraak gaat over een jonge Afghaanse vrouw die een verblijfsvergunning wil hebben en zich beroept op haar westerse levensstijl. De staatssecretaris moet opnieuw beoordelen of zij aan de voorwaarden voor asiel voldoet. De Afdeling bestuursrechtspraak volgt met deze uitspraak de rechtbank die vorig jaar tot hetzelfde oordeel kwam.
Vrouwen kunnen in aanmerking komen voor asiel als zij aannemelijk maken dat hun westerse levensstijl voortkomt uit een godsdienstige of politieke overtuiging. Ook kan recht op asiel bestaan als zij aannemelijk maken dat zij zich bij terugkeer naar hun land van herkomst niet meer volledig kunnen aanpassen aan de normen die daar gelden. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet zo'n claim dan onderzoeken en beoordelen. In het geval van de Afghaanse vrouw in deze zaak heeft de staatssecretaris dat niet gedaan.
Westerse levensstijl is niet automatisch godsdienstige of politieke overtuiging…
Vreemdelingen kunnen asiel krijgen in Nederland als zij door hun godsdienstige of politieke overtuiging in hun land van herkomst gevaar lopen. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is een westerse levensstijl niet zonder meer zo'n overtuiging. De positie van vrouwen is in andere landen niet dezelfde als in Nederland, maar dat alleen is niet voldoende voor een asielvergunning. "Het asielrecht is niet bedoeld om die verschillen tussen verschillende landen op te lossen," aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.
…maar soms toch reden voor asiel
Dat kan anders zijn als een vreemdeling aannemelijk maakt dat haar westerse levensstijl een uiting is van een godsdienstige of politieke overtuiging. Een voorbeeld hiervan is een vrouw die zich heeft afgewend van haar godsdienst en zich daarom westers gedraagt. In dat geval kan de veranderde godsdienstige overtuiging van de vreemdeling reden zijn voor vervolging in het land van herkomst en recht geven op asiel in Nederland.
Ook kan recht op asiel in Nederland bestaan, als de vreemdeling zich in het land van herkomst niet meer helemaal kan aanpassen door uiterst moeilijk of nagenoeg onmogelijk te veranderen of te verbergen gedragskenmerken. In het land van herkomst zouden zulke gedragskenmerken de indruk kunnen wekken dat de vreemdeling van geloof is veranderd, met mogelijk grote risico's voor de vreemdeling. De staatssecretaris moet dan onderzoeken en beoordelen of de vreemdeling zich echt niet kan aanpassen en daardoor bij terugkeer grote risico's loopt.
Betekenis van de uitspraak
De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak betekent dat de staatssecretaris zijn besluit om de asielvergunning van de Afghaanse vrouw in te trekken, niet goed heeft onderbouwd.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.