Toenmalig minister Blok van Veiligheid en Justitie mocht imam Fawaz Jneid een gebiedsverbod opleggen voor de Haagse wijken Schilderswijk en Transvaal. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (30 mei 2018). De minister legde de imam in augustus 2017 een gebiedsverbod op voor een periode van zes maanden.
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt in de uitspraak dat de imam vanwege zijn optreden in de Haagse wijken in verband kan worden gebracht met het ondersteunen van terroristische activiteiten. Om redenen van nationale veiligheid kon de minister hem een verbod opleggen om in die wijken te komen. Hoewel het gebiedsverbod de vrijheid van meningsuiting en godsdienst van Jneid beperkt, is die beperking in dit geval gerechtvaardigd. De Afdeling bestuursrechtspraak bevestigt daarmee een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag die in november 2017 een uitspraak deed over het gebiedsverbod.
Verbod is in belang van nationale veiligheid
De Afdeling bestuursrechtspraak stelt vast dat Jneid 'op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met de ondersteuning van terroristische activiteiten'. Hij heeft preken, toespraken en gesprekken gehouden waarbij publiek uit de Schilderswijk en Transvaal aanwezig was dat voor radicalisering vatbaar is. In die wijken is de ontwikkeling op het gebied van radicalisering zorgwekkend. Jneids optreden oefent aantrekkingskracht uit op jongeren die vatbaar zijn voor radicaal gedachtegoed. Uit zijn optreden kunnen toehoorders conclusies trekken in de zin dat zij een gewapende strijd moeten aangaan uit naam van de islam, of dat zij die strijd moeten ondersteunen. De Afdeling bestuursrechtspraak volgt de minister dan ook in zijn standpunt dat de aanwezigheid en activiteiten van Jneid in de Schilderswijk en Transvaal een 'zodanige dreiging voor de nationale veiligheid vormen, dat het opleggen van een gebiedsverbod voor deze wijken noodzakelijk is'.
Beperking van grondrechten is gerechtvaardigd
Omdat het gebiedsverbod Jneid verhindert om zijn godsdienst te belijden en zijn mening te uiten in de Schilderswijk en Transvaal, vormt het verbod een beperking van deze grondrechten. Maar naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is die beperking in dit geval gerechtvaardigd. Er bestaat 'een dringende maatschappelijke behoefte' om verspreiding van jihadistisch gedachtengoed in de Schilderswijk en Transvaal te belemmeren. Bovendien gaat het gebiedsverbod niet verder dan nodig is, omdat het verbod is beperkt tot die twee wijken. Jneid kan zijn grondrechten op andere manieren uitoefenen dan door fysiek aanwezig te zijn en te prediken in deze twee wijken die kwetsbaar zijn voor radicalisering.
Verlenging van het gebiedsverbod
Het gebiedsverbod van augustus 2017 is ondertussen verlopen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft in januari 2018 het gebiedsverbod voor de beide Haagse wijken met een half jaar verlengd. Tegen deze verlenging heeft Jneid beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag. De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag gaat niet over deze verlenging.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.