Voor de algemene normen voor geluid, slagschaduw en veiligheid die in Nederland gelden voor de bouw en het gebruik van windturbines moet op grond van het Europese recht een beoordeling worden gemaakt van de gevolgen voor het milieu. De regering zal nu zo’n milieubeoordeling moeten maken. Tot die tijd mogen deze algemene normen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet worden gebruikt voor windturbineparken. Dit volgt uit een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (30 juni 2021). De uitspraak gaat concreet over het bestemmingsplan ‘Windpark Delfzijl Uitbreiding 2020’ en de omgevingsvergunning voor de bouw van zestien windturbines in Delfzijl. Deze uitspraak heeft ook gevolgen voor vergelijkbare ruimtelijke besluiten voor windturbineparken in Nederland.
Nevele-arrest van Europees Hof van Justitie
De uitspraak van vandaag is het gevolg van het zogenoemde Nevele-arrest van het Hof van Justitie in Luxemburg van juni 2020. In dit arrest oordeelde het Europese Hof in een zaak over een Belgisch windturbinepark dat voor een aantal windturbinenormen op grond van de Europese richtlijn voor Strategische Milieubeoordeling een milieubeoordeling moet worden gemaakt en dat dit ten onrechte was nagelaten. In enkele procedures bij de Afdeling bestuursrechtspraak over windturbineparken, waaronder deze zaak over de uitbreiding van het windpark in Delfzijl, hebben bezwaarmakers aangevoerd dat dit arrest van het Europese Hof ook gevolgen heeft voor de windturbinenormen in het Nederlandse Activiteitenbesluit en de Nederlandse Activiteitenregeling. Volgens hen dwingt het Europese recht ertoe dat ook voor de Nederlandse windturbinenormen een milieubeoordeling moet worden gemaakt.
Milieubeoordeling nodig
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt vandaag dat dit inderdaad moet. De hoogste algemene bestuursrechter heeft daarvoor de Nederlandse windturbinenormen beoordeeld aan de hand van de criteria die het Europese Hof in zijn arrest hanteert.
Daarbij is vooral van belang dat de windturbinenormen een plan of programma vormen op grond van een Europese milieurichtlijn. Aan de hand van de uitleg die het Europese Hof hieraan geeft in het Nevele-arrest, is de Afdeling bestuursrechtspraak van oordeel dat het Europese arrest geen ruimte laat voor een andere conclusie dan dat voor de Nederlandse windturbinenormen een milieubeoordeling had moeten worden gemaakt.
Gevolg tussenuitspraak – regering aan zet
Het gevolg van de uitspraak is dat overheden de windturbinenormen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling niet mogen gebruiken voor windturbineparken totdat een milieubeoordeling is gemaakt. De regering is nu aan zet om zo’n milieubeoordeling te maken. Als die beoordeling op juiste wijze is afgerond, dan staat het overheden weer vrij om aan te sluiten bij de windturbinenormen die dan mogelijk zijn gewijzigd.
In de tussentijd
De uitspraak betekent niet dat er in de tussentijd geen nieuwe besluiten meer kunnen worden genomen over windturbineparken. De gemeenteraad is bij een bestemmingsplan niet verplicht om aan te sluiten bij de windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Hij kan in een bestemmingsplan eigen normen stellen, als deze normen maar goed worden gemotiveerd voor het concrete bestemmingsplan. In deze procedure heeft de gemeenteraad van Eemsdelta aangegeven de mogelijkheid te willen krijgen om het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning te herstellen door eigen normen voor de windturbines vast te stellen. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft de gemeenteraad daarvoor in de tussenuitspraak van vandaag 26 weken de tijd. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak een definitieve uitspraak doen over het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor het windpark.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.