Supermarkten mogen bepaalde zelfzorggeneesmiddelen alleen verkopen als er ook een (assistent)drogist fysiek in de winkel aanwezig is. Een ‘drogist op afstand’ die klanten voorlichting geeft over een zogenoemd UAD-geneesmiddel via een telefoon- of videogesprek, is in strijd met de Geneesmiddelenwet. Als de wetgever dit soort digitale communicatie bij de verkoop van UAD‑geneesmiddelen mogelijk wil maken, zal de Geneesmiddelenwet daarvoor aangepast moeten worden. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (4 november 2020).
Drogist op Afstand
De zaak draaide om een verzoek van Stichting Centraal Bureau Drogisterijbedrijven en Parfumeriebedrijven (CBD) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om maatregelen te nemen tegen enkele Albert Heijn supermarkten in Assen en Groningen. Zij verkopen geneesmiddelen die zonder recept verkrijgbaar zijn, maar die wel Uitsluitend in een Apotheek of onder toezicht van een Drogist mogen worden verkocht, zoals grotere hoeveelheden of hogere doseringen paracetamol en ibuprofen. Volgens CBD maken de supermarkten hierbij gebruik van het concept ‘Drogist op Afstand’ waarbij klanten voorlichting kunnen krijgen over een geneesmiddel van een drogist op afstand via een telefoon- of videogesprek. Volgens CBD is dat in strijd met de Geneesmiddelenwet.
Drogist moet fysiek in de winkel aanwezig zijn
Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak eist de Geneesmiddelenwet dat een (assistent)drogist fysiek in de winkel aanwezig is om voorlichting te geven over UAD-geneesmiddelen als klanten daarom vragen. Een drogist op afstand die voorlichting geeft via een telefoon- of videogesprek op een tablet, is daarmee in strijd. Als de wetgever dit soort digitale communicatie met een drogist op afstand mogelijk wil maken bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen, dan zal de wet daarvoor aangepast moeten worden, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. Zolang dat niet gebeurt, is het concept ‘Drogist op Afstand’ op dit punt dus in strijd met de wet. Volgens CBD is het concept ook nog op twee andere punten in strijd met de Geneesmiddelenwet, maar dat is naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak niet het geval.
Gevolg uitspraak
Het gevolg van de uitspraak is dat er onder de huidige wet bij de verkoop van UAD-geneesmiddelen altijd een (assistent)drogist fysiek in de winkel aanwezig moet zijn. Daarmee heeft de uitspraak mogelijk ook gevolgen voor andere winkels waar UAD-geneesmiddelen worden verkocht.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
24 DEC 2024