De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid moet onderzoeken of het overdragen van vreemdelingen aan Kroatië op grond van de Europese Dublinverordening in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De staatssecretaris kan er niet langer zonder nader onderzoek van uitgaan dat Kroatië zich aan de eisen van het EVRM houdt. Dit oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in twee uitspraken van vandaag (13 april 2022).
Achtergrond
Een Egyptische en een Algerijnse vreemdeling hebben eerst in Kroatië asiel aangevraagd en daarna nog een keer in Nederland. De staatssecretaris heeft de asielaanvragen niet in behandeling genomen en is van plan om de vreemdelingen over te dragen aan Kroatië. Op grond van de Dublinverordening is Kroatië als lidstaat verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvragen, omdat de vreemdelingen daar voor het eerst asiel hebben aangevraagd. De vreemdelingen zijn het daar niet mee eens, omdat volgens hen de situatie voor vreemdelingen in Kroatië in strijd is met het EVRM. Zij willen daarom niet terug naar Kroatië.
Interstatelijk vertrouwensbeginsel
Lidstaten van de Europese Unie mogen op basis van het zogenoemde interstatelijk vertrouwensbeginsel er op voorhand van uitgaan dat de situatie in een andere lidstaat niet in strijd is met het EVRM. Toch kan er aanleiding zijn voor nader onderzoek als wordt getwijfeld of de situatie in een andere lidstaat voldoet aan de eisen van het EVRM.
Nader onderzoek nodig wegens pushbacks
De Afdeling bestuursrechtspraak oordeelt dat de staatssecretaris in het geval van Kroatië nader onderzoek moet doen. Zogenoemde pushbacks, waarbij vreemdelingen niet in staat zijn een asielaanvraag in te dienen, vinden op grote schaal en al lange tijd plaats aan de buitengrens van Kroatië. Uit bronnen blijkt dat er serieuze aanknopingspunten zijn dat pushbacks niet alleen plaatsvinden als vreemdelingen illegaal de grens overgaan. Het risico op pushbacks bestaat ook voor vreemdelingen die door Kroatië opnieuw zijn toegelaten vanuit andere lidstaten en voor vreemdelingen die zich dieper in het binnenland van Kroatië bevinden.
Gevolg van de uitspraken
De staatssecretaris mag vreemdelingen daarom op grond van de Dublinverordening niet meer overdragen aan Kroatië zonder eerst zelf onderzoek te doen naar de actuele feiten en omstandigheden. De staatssecretaris zal in ieder geval moeten onderzoeken of zogenoemde Dublinclaimanten na overdracht aan Kroatië wél in de asielprocedure worden opgenomen. Met deze uitspraken komt de Afdeling bestuursrechtspraak tot een ander oordeel dan in haar uitspraak van 19 juli 2021.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.