Juni warmste maand Waddenzeewater ooit; zorgen over sterfte bij oververhitte kokkels

03 JUL 2023 14:29 | Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ)

In de afgelopen zes zomers, zaten er maar liefst vijf met veel sterfte onder de kokkels in de Waddenzee. Die sterfte trad steeds enkele weken op nadat er bovengemiddeld hoge watertemperaturen werden geregistreerd. “Ik houd dan ook mijn hart vast voor de schelpdieren, na de recordtemperaturen van halverwege juni”, zegt Katja Philippart, schelpdieronderzoeker aan het NIOZ en hoogleraar 'Productiviteit van mariene kustecosystemen' aan de Utrecht Universiteit.

Record

Het NIOZ meet al sinds 1861 de temperatuur van het waddenwater. Sinds 2001 gebeurt dat zelfs om de tien minuten, waardoor een heel betrouwbaar daggemiddelde kan worden bepaald, ongeacht hoog- of laagwater. Nadat dit jaar een relatief warme winter en een aanvankelijk fris voorjaar kende, schoot de watertemperatuur in de Waddenzee halverwege juni ineens omhoog. Uiteindelijk werd juni de warmste Waddenzeewatermaand ooit gemeten in ruim 160 jaar. En er was ook een recordtemperatuur voor de week van 19 juni: meer dan 21 graden!

In de jaren met verhoogde sterfte van kokkels lagen de zomerse temperaturen van het waddenwater bij de steiger van het NIOZ ruim boven het langjarige gemiddelde. Ook dit jaar (de rode lijn) laat nu hoge gemiddelden zien. In juni 2023 was het water gemiddeld 18,501 graden Celsius. (Bron: Sonja van Leeuwen, NIOZ)

Dramatisch beeld

Tussen 2018 en 2023 was alleen 2020 een gemiddeld jaar voor de kokkels. Alle andere zomers trad met name in de tweede helft van augustus veel sterfte op. “Dat ziet er vrij dramatisch uit”, vertelt ‘handkokkelaar’ André Seinen van het bedrijf Meromar uit Harlingen. “Kokkels die sterven kruipen uit de bodem naar de oppervlakte. Vervolgens zie je de inhoud van de schelpen ook dood ronddrijven, want anders dan bijvoorbeeld een mosseltje, laat een kokkel los van zijn schelp wanneer die sterft. Alles wat overblijft zijn lege schelpen op de wadplaten.”

Uitgeputte reserves

Zhengquan Zhou, promovendus aan het NIOZ en de Universiteit Utrecht, publiceerde onlangs de resultaten van experimenten met kokkels die hij in gevangenschap aan hoge temperaturen blootstelde. Daaruit bleek dat de schelpdieren pas vanaf vier weken na een experimentele verhoging van de temperatuur verhoogde sterfte lieten zien. Net als Philippart kan ook Seinen die resultaten wel begrijpen. “Een koudbloedig dier als de kokkel heeft bij hogere temperaturen meer voedsel nodig. De eerste weken kan zo’n dier misschien nog wel op de reserves teren, maar na verloop van tijd zijn die reserves op en sterft de kokkel.”

Minder spuien

Philippart benadrukt dat temperatuur waarschijnlijk niet het hele verhaal is. “In warme en droge zomers gebeurt er ook van alles met de aanvoer van zoetwater vanaf het IJsselmeer. De vele algen in dat water zijn ook voedsel voor schelpdieren. Als er door droogte dus minder water wordt gespuid naar de Waddenzee, is dat een extra probleem voor schelpdieren als de kokkel, boven op de stress die ze door de hitte te verduren krijgen. En bij oostenwind staan de wadplaten ook nog eens langer droog, waardoor de kokkels minder tijd hebben om te eten.”

Op scherp

Zowel Seinen als Philippart houden de situatie van de kokkels de komende weken nauwlettend in de gaten, na de record hoge temperaturen van juni. “Sowieso staan alle professionals op scherp door de hoge temperaturen die nu over de hele wereld worden gemeten in de zeeën en oceanen”, zegt Philippart. “We zien op dit moment de concrete gevolgen van het veranderende klimaat zich voor onze ogen afspelen.”

Meer binnen de rubriek Dieren en natuur