De gaswinning uit het Groningenveld hoeft voorlopig niet verder te worden teruggebracht dan staat in het nieuwe instemmingsbesluit van de minister voor Economische Zaken en Klimaat voor het gasjaar 2018-2019. Dat betekent dat de NAM voor dit gasjaar een hoeveelheid gas mag winnen die nodig is om de gaslevering te kunnen garanderen. Dit komt in een gemiddeld jaar neer op 19,4 miljard Nm3.
Dit staat in een voorlopige uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (31 januari 2019). In afwachting van de definitieve uitspraak in de bodemprocedure ziet hij geen aanleiding om de gaswinning voorlopig helemaal stil te leggen of sterk in omvang terug te brengen, zoals door twee verzoekers was gevraagd.
Spoedprocedure
Het gaat hier om een complexe zaak. Een spoedprocedure eist dat de voorzieningenrechter snel een voorlopige uitspraak doet. Voor een grondige inhoudelijke beoordeling van alle bezwaren moet de rechter nader onderzoek doen. Dat kan niet in deze spoedprocedure. Daarom geeft de voorzieningenrechter in zijn uitspraak een voorlopig oordeel. Dat oordeel baseert hij op een afweging van alle betrokken belangen.
Tegengestelde belangen
De belangen in deze zaak zijn groot en tegengesteld. Aan de ene kant staat het belang van de gasconsumenten, die met Gronings gas hun bedrijven gaande houden of hun huizen verwarmen. Aan de andere kant staat het belang van de inwoners van Groningen, die willen dat de gaswinning zo snel mogelijk stopt vanwege de aardbevingen die dat veroorzaakt. De voorzieningenrechter heeft die belangen afgewogen en ziet geen aanleiding de gaswinning op dit moment helemaal stop te zetten of verder terug te brengen. Daarbij weegt zwaar dat de minister heeft gesteld dat er “onacceptabele risico’s” zullen ontstaan als dat gebeurt. Bedrijven kunnen failliet gaan en mensen kunnen hun huizen mogelijk niet meer verwarmen. Daarnaast zou stopzetting of een sterke vermindering van de gaswinning risico’s met zich brengen voor het gasnet en zou het ernstige problemen kunnen veroorzaken voor instellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen. Bovendien zou de winst voor de veiligheid gering zijn als de gaswinning nu sterk wordt beperkt, omdat dit niet direct leidt tot een lager risico op aardbevingen. Ook betrekt de voorzieningenrechter in zijn belangenafweging dat het kabinet besloten heeft om de gaswinning in Groningen op termijn verder af te bouwen en in 2030 geheel te beëindigen.
Rechtszitting in april
Naar verwachting zal de Afdeling bestuursrechtspraak in de tweede helft van april een rechtszitting houden waarop zij de bezwaren van 26 personen en organisaties tegen de gaswinning uitgebreid zal behandelen. Daarna zal zij een definitieve uitspraak doen.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
25 DEC 2024
24 DEC 2024