'De politieaanpak van sociale conflicten’
Nieuwe publicatie in de reeks Politiekunde van het Programma Politie en Wetenschap.
De aanpak van de politie bij sociale conflicten in de wijk is overwegend reactief en is minder gericht op het ontwikkelen van het vermogen van mensen om in vrede samen te leven. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door AEF in opdracht van het onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap. Sociale conflicten kunnen spanningen zijn in de wijk door botsende belangen of opvattingen, of door gedragingen waardoor bepaalde groepen de ruimte van andere groepen inperken. In de praktijk richt de politie zich bij die conflicten vooral op het bewaken van de orde en het beheersbaar maken van spanningen. De politieaanpak kan worden versterkt door consequenter aandacht te besteden aan de onderliggende oorzaken van conflicten en door betrokkenen zelf bij te laten dragen aan de oplossing voor hun conflict. Daarbij is wel nadrukkelijk een voorwaarde dat de politie voldoende aanwezig is in de wijken, waarbij met name de wijkagent een centrale rol vervult.
Waar mensen samenleven, zal vroeg of laat sprake zijn van spanningen en conflicten. De politie speelt een belangrijke rol bij het bewaren van de vrede in de samenleving. Maar hoe doet de politie dat? En draagt de politie met haar optreden bij aan een duurzame oplossing voor conflicten tussen mensen? Deze vragen zijn beantwoord door analyse van zes casestudies. De conflicten draaiden om jeugdoverlast, om de komst van opvang-voorzieningen en om spanningen door een snel veranderende bevolkingssamenstelling van wijken door gentrificatie. In de casestudies werd gesproken met de bij het conflict betrokken partijen. Naast de politie waren dat bijvoorbeeld de gemeente, handhavers, jongerenwerk, woningcorporaties, bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn observaties uitgevoerd en is aanvullend documentonderzoek gedaan, waarbij onder meer correspondentie, werkinstructies en mediaberichten zijn betrokken.
De politie hanteert uiteenlopende strategieën bij de aanpak van spanningen in de wijk en bij het oplossen van sociale conflicten. Voorbeelden zijn het wegnemen van onjuiste beelden over wat er speelt, het vergroten van wederzijds begrip en het in gesprek brengen van conflicterende partijen. Soms is het niet mogelijk spanningen weg te nemen. Dan richt de politie zich op het kanaliseren van de spanningen. Veelal doet de politie daarbij een beroep op partners en bondgenoten in de wijk. Om escalatie te voorkomen, stelt de politie soms ook duidelijke grenzen aan welk gedrag zij wel en niet acceptabel vindt. Indien nodig treedt de politie handhavend op.
Uit het onderzoek komt naar voren dat de politie zich weliswaar bewust is van onderliggende oorzaken voor spanningen, maar zich in de praktijk toch vaak richt op de aanpak van de symptomen daarvan, in plaats van de oorzaken. Spanningen en conflicten zijn vaak terug te voeren op onbekendheid met en onbegrip voor de ander. De politie kan er met haar optreden toe bijdragen dat onjuiste beelden en angsten worden weggenomen. Ook kan de politie bijdragen aan de ontmoeting tussen verschillende bewonersgroepen. Geconcludeerd wordt dat de politie deze strategieën dikwijls niet benut, ook niet als betrokkenen daar zelf voor openstaan. De politie is daarnaast niet altijd gericht op het herstel van schade die het gevolg is van conflicten.
De onderzoeker Ivo van Duijneveldt: ‘De politie heeft in het dagelijkse werk in de wijken veelvuldig te maken met spanningen en conflicten. Het is een aspect van het werk dat weinig aanzien geniet. Misschien komt dat wel doordat het geen gemakkelijk werk is. Conflicten zijn vaak complex, waarbij de perspectieven van betrokkenen uiteenlopen. De politie kan een belangrijke rol spelen bij het vinden van een oplossing, zodat mensen samen verder kunnen. Daarvoor is het zaak de onderliggende oorzaken aan te pakken én om de betrokkenen zelf bij te laten dragen aan de oplossing.’
Dit is een origineel bericht van Het Programma Politie en Wetenschap
Ga naar alle berichten van deze organisatie.