De minister van Economische Zaken en Klimaat mocht instemmen met de winning van 8,1 miljard kubieke meter gas (bij een gemiddelde temperatuur) uit het Groningenveld voor het jaar 2020-2021. Hij heeft de veiligheidsrisico’s voor omwonenden op de juiste manier vastgesteld. Ook heeft hij maatregelen genomen om de gaswinning zo snel mogelijk af te bouwen naar nul. De verwachting is dat er vanaf 2022 geen gas uit het Groningenveld meer nodig is, zonder dat de leveringszekerheid in gevaar komt. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (21 juli 2021) naar aanleiding van bezwaren van de Groninger Bodem Beweging en enkele inwoners van de provincie Groningen.
Belangenafweging
De minister heeft bij zijn besluit over de gaswinning belangen tegenover elkaar moeten afwegen. Aan de ene kant moet hij rekening houden met belangen van de Groningers bij een zo snel mogelijke beëindiging van de gaswinning. Zij hebben er daarnaast belang bij dat het tempo van de versterkingsoperatie omhoog gaat en dat er toereikende procedures zijn voor de afhandeling van schade. Daarbij gaat het niet alleen om het voldoen aan de veiligheidsnorm en het herstel van schade, maar ook om het wegnemen van gevoelens van onveiligheid, frustratie en spanning. Aan de andere kant moet de minister rekening houden met de belangen van de eindafnemers van het gas. Dan gaat het om huishoudens, instellingen en bedrijven in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk. Zij hebben er belang bij dat zij niet (abrupt) worden afgesloten van Groningengas, zodat bedrijven hun activiteiten kunnen voortzetten en woningen in de winter kunnen worden verwarmd. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de minister het winningsniveau voor het jaar 2020-2021 op de juiste wijze vastgesteld om te kunnen voldoen aan de leveringszekerheid en heeft hij voldoende concreet uiteengezet welke maatregelen worden genomen om de situatie van de Groningers te verbeteren, waaronder het zo snel mogelijk afbouwen van de gaswinning naar nul. Die afbouw verloopt sneller dan voorspeld.
Veiligheid
Bij de beoordeling of aan de wettelijke veiligheidsnorm wordt voldaan, mocht de minister ervan uitgaan dat het risico in elk geval niet groter is dan is berekend voor het jaar 2019-2020. Om aan de veiligheidsnorm te voldoen, moeten er nog woningen worden versterkt en moeten er nog stappen worden gezet om het versterkingsprogramma sneller uit te voeren. Maar ook omdat de gaswinning versneld wordt afgebouwd, is het tempo van de versterking niet zo laag dat de minister om die reden had moeten afzien van het besluit om 8,1 miljard kubieke meter gas te winnen voor het jaar 2020-2021.
Schadeafhandeling
Personen die schade hebben geleden kunnen terecht bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen voor vergoeding van alle soorten schade als gevolg van de gaswinning. Met het zogenoemde wettelijk bewijsvermoeden wordt de bewijslast in hun voordeel omgekeerd. Het instituut handelt de reguliere schademeldingen relatief snel af. Dat de schadeafhandeling in individuele gevallen anders loopt dan gewenst, betekent nog niet dat de schadeafhandeling in het algemeen gebrekkig is. Als men het niet eens is met de afhandeling van een schadevergoedingsverzoek, dan staat daartegen een aparte juridische procedure open. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft daarom in de uitspraak van vandaag geen oordeel over de bezwaren die gaan over de schadeafhandeling door het Instituut Mijnbouwschade Groningen in individuele gevallen.
Eerdere uitspraken over gaswinning in Groningen
Dit is de vijfde keer in zes jaar tijd dat de Afdeling bestuursrechtspraak zich heeft gebogen over de gaswinning in Groningen. In 2019, 2017 en 2015 vernietigde zij eerdere instemmingsbesluiten van de minister over de hoeveelheid gas die gewonnen mocht worden uit het Groningenveld. In 2020 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat de minister mocht instemmen met de winning van 11,8 miljard kubieke meter gas voor het jaar 2019-2020.
Dit is een origineel bericht van Raad van State
Ga naar alle berichten van deze organisatie.
22 NOV 2024
22 NOV 2024