Dit is een expertquote in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van Valérie van ‘t Lam, Stibbe. Aanleiding: Europees plastic afval nog steeds gedumpt en verbrand in Turkije
Europa, waaronder Nederland, dumpt nog steeds op grote schaal afval in andere landen, waaronder Turkije, zo meldt de NOS. Dit vervuilt aan de ene kant de omgeving in landen waar er op een onveilige en minder milieuvriendelijke manier mee wordt omgesprongen. Maar vooral zorgt het ervoor dat een grote hoeveelheid restproducten/reststoffen niet hergebruikt wordt, waar dat wel had gekund. De oplossing ligt voor de hand: een beter onderscheid maken tussen daadwerkelijke ‘afvalstoffen’ en herbruikbare restproducten in milieuwetgeving.
De basis voor deze wetgeving ligt in Europa, en dus dient de Nederlandse overheid daarvoor bij de Europese wetgever aan te dringen op herziening. Die wetgeving is ouderwets en kwalificeert restproducten te snel als afvalstof, waarbij ook te beperkt ruimte is voor maatwerk. Wetgeving zou juist als uitgangspunt moeten hebben dat een product ‘hergebruikt kan worden, tenzij’. Hierbij is het mogelijk om per situatie te bekijken of de restproducten geschikt zijn voor hergebruik.
Stoffen die in het productieproces of na gebruik overblijven, kwalificeren in veel gevallen als afvalstoffen. Denk daarbij aan tapijt dat uit een kantoorpand wordt gehaald, wanneer dat versleten is. Dat label ‘afvalstof’ werkt direct beperkend, want voor de omgang met afvalstoffen geldt meer regelgeving en striktere eisen dan voor gewone grondstoffen. Zo wordt het bemoeilijkt om oud tapijt te recyclen en hier weer nieuwe producten van te maken.
Een bedrijf dat dat tapijt wil overnemen om het vervolgens duurzaam te verwerken en te hergebruiken, loopt tegen wetgeving aan. Dat bedrijf moet daarvoor bijvoorbeeld een (veranderings)vergunning aanvragen als de huidige vergunning niet toestaat de resten tapijt te ontvangen. Vaak is het verbranden en afvoeren van het tapijt, bijvoorbeeld naar Turkije, de goedkopere en snellere optie. De oplossing ligt dus in het juridische label ‘afvalstof’.
Aanpassing van wetgeving om restproducten minder snel als afvalstof te labelen vergroot het potentieel. Dit maakt het mogelijk meer stoffen te recyclen en te hergebruiken. Dat komt tegemoet aan de duurzame en circulaire ambities die bedrijven veelal wel hebben. En het maakt Nederland interessant als markt om te investeren in innovaties die recycling en hergebruik bevorderen. Daarmee kan ook de afvoer van afval naar het buitenland worden tegengegaan.
Valérie van ‘t Lam, advocaat gespecialiseerd in omgevingsrecht en milieurecht, Stibbe