Op verschillende plaatsen in Nederland zijn op woensdag 26 mei in totaal rond de 500.000 jonge palingen uitgezet. Deze grootschalige actie werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV om de Nederlandse palingstand te vergroten en vormt een onderdeel van het Europese herstelprogramma. De palingen zijn uitgezet in Friesland, in het Zwartewater, het Amstelmeer en in de Kromme Mijdrecht.
De palingstand toont een voorzichtig stijgende lijn sinds 2011, na invoering van een herstelplan door de EU. De uitzet van grote hoeveelheden jonge palingen is een van de maatregelen uit dat plan. De groei van de palingstand is meetbaar door de aanwas van jonge paling aan de Europese kusten. De jongen proberen in de winter en het vroege voorjaar via de kusten het zoete water van Europa binnen te komen. De kusten zijn echter vrijwel ondoordringbaar voor de naar schatting 1,5 miljard jonge palingen die jaarlijks aankomen. Daarom wordt een deel opgevangen voor uitzetprogramma’s in heel Europa.
De honderdduizenden jonge palingen die in Nederland zijn uitgezet, werden opgevangen in de riviermondingen van Frankrijk als geheel doorzichtige glasaaljes. Ze zijn daar op de golfstroom naar toe gedreven, nadat ze 6.000 kilometer verderop in de Sargassozee (Bermudadriehoek) zijn geboren. Vanuit Frankrijk zijn ze naar een Nederlandse kwekerij gebracht, waar ze enkele maanden in quarantaine verbleven om aan te sterken. Deze wat sterkere jonge paling, die pootaal wordt genoemd, heeft naar verwachting een goede overlevingskans in onze natuur.
Herbevolking met rond de 3 miljoen jonge palingen in Nederland
Dit voorjaar zijn er op verschillende plaatsen in Nederland jonge palingen uitgezet, 2,5 miljoen als glasaal en een half miljoen als enkele maanden oude, wat sterkere pootaal. In totaal rond de 3 miljoen. Bij deze aantallen wordt in veel uitzetgebieden de maximale hoeveelheid voor herbevolking bereikt (meer paling kan in die gebieden niet leven). De uitzetgebieden zijn geselecteerd door de overheid.
Wanneer de jongen tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit de geselecteerde gebieden vrijuit naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen, dat vervolgens na een tot twee jaar weer aan de Europese kusten wordt verwacht.
Dit is een origineel bericht van Stichting DPAN