Dit is een expertquote van Jan Willem Spijkman, Senior Sector Banker Public & Healthcare, ING Sector Banking.
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: De tikkende tijdbom van het woningtekort
De stijgende rente is een probleem voor woningcorporaties om fors te investeren in sociale woningbouw. Het is de vraag of de gewenste 30.000 sociale woningen per jaar hierdoor gehaald worden. Niet alleen de stijgende rente gooit roet in het eten, er zijn meer factoren waardoor corporaties beperkt worden in hun investeringskracht. Ook Europa maakt het er niet makkelijker op.
Woningcorporaties zijn in Nederland stichtingen zonder winstoogmerk met een maatschappelijke taak; het realiseren van woningen voor burgers met de laagste inkomens. Deze rechtsvorm valt in de private sector. Corporaties worden daarom gezien als een commerciële partij en betalen vennootschapsbelasting. Binnen de Europese wetgeving worden ze gezien als multinationals, waardoor de Anti Tax Avoidance Directive (ATAD)- regeling sinds 2019 de corporatiesector behoorlijk financieel weet te raken. Deze regeling is bedoeld voor grote bedrijven die zich bovenmatig financieren met vreemd vermogen. Hierbij is de rente die corporaties betalen op hun leningen maar beperkt aftrekbaar, zodat er een hogere winst ontstaat waarover vennootschapsbelasting moet worden betaald.
Dit alles gaat ten koste van de het resultaat en de investeringskracht van een corporatie. Corporaties zouden veel meer kunnen investeren in nieuwe woningen als de ATAD-regeling niet voor hen zou gelden. Ontheffing van deze regeling is niet mogelijk en wordt gezien als staatssteun.
Hebben andere Europese landen dan geen last van de ATAD? In Oostenrijk zijn de gemeenten de uitvoerder van de sociale huisvesting, de overheid zélf dus. In Duitsland is de huurmarkt bijna volledig geliberaliseerd, waarbij regelgeving ervoor zorgt dat huurders betaalbaar kunnen wonen. Europese lidstaten kunnen overigens zelf bepalen of sociale woningbouw wordt aangemerkt als een langlopend openbaar infrastructuurproject, waardoor corporaties vrijgesteld kunnen worden van deze ATAD-regeling. Een aantal landen heeft daadwerkelijk onroerende zaken ook voor sociale woningbouw, onder deze uitzonderingsmogelijkheid weten te brengen.
In de prestatieafspraken (daarin staat wat de plannen voor het woningbeleid zijn voor het komende jaar) is afgesproken dat Nederlandse corporaties jaarlijks ca. 30.000 sociale woningen gaan bouwen. Zolang corporaties gezien worden als commerciële partijen, die door de hoge belastingdruk hun resultaten én investeringskracht zien afnemen, worden de gewenste aantallen te bouwen sociale woningen niet gehaald.