Dit is een expertquote van Liesbeth Preller, Kenniscentrum Sport & Bewegen, in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Opinie: In de boevenbende van ziekmakers staat niet ‘te dik’ bovenaan, maar ‘te weinig beweging’
Hoogleraar radiotherapie Lukas Stalpers concludeert dat inactiviteit meer bijdraagt aan ongezondheid dan obesitas. Meer aandacht voor bewegen kan helpen de overbelasting van de zorg te beperken. Ondanks alle onderzoeken en rapporten die aansturen op meer inzetten op preventie, lukt dat voor bewegen minimaal.
Stalpers verwijst naar een grote studie uit 2017 die aangeeft dat weinig bewegen leidt tot 2,4 jaar verlies aan levensduur. Een dergelijk verlies volgt vaak op een veel langere periode van ongezondheid, met een slechte kwaliteit van leven door chronische aandoeningen, zoals diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Met voldoende bewegen is de kans op deze aandoeningen een stuk lager dan wanneer mensen niet voldoen aan de beweegrichtlijnen, wat geldt voor ongeveer de helft van de volwassen Nederlanders. Het zijn stuk voor stuk aandoeningen die landelijk leiden tot een hoog zorgverbruik, bij specialisten, huisartsen en ook bij de thuiszorg.
Ondanks het tekort aan zorgverleners zet de zorg niet massaal in op de preventieve kracht van bewegen. De zorg verwijst weinig naar de bestaande infrastructuur van sport- en beweegaanbod binnen en buiten de zorg. Aanbod dat mensen helpt duurzaam hun beweeggedrag te verbeteren. De zorgverzekering vergoedt echter lang niet altijd bewegen binnen de zorg, ook niet als dat leidt tot minstens even doelmatige inzet van middelen. Bijvoorbeeld de inzet van de fysiotherapeut om mensen voor een geplande operatie fysiek fitter te maken om zo de kans op complicaties sterk te verlagen.
Preventief bewegen buiten de zorg kan momenteel niet door de zorgverzekeraar vergoed worden en is vooral afhankelijk van gemeentelijke gelden. Hoewel bijvoorbeeld de inzet van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning bedoeld is om zwaardere zorg te voorkomen, bepaalt elke gemeente zelf of sport- en beweegaanbod gesubsidieerd wordt om de zorg te ontlasten. Een meer eenduidige aanpak met landelijke richtlijnen en standaarden zou beter aansluiten bij de organisatie van de zorg.
Al met al wordt het tijd om serieus te kijken hoe preventief bewegen eenvoudiger ingezet kan worden om de zorg te ontlasten en de kwaliteit van leven te verhogen. Het is belangrijk om financiële en praktische drempels te verlagen. Rijksoverheid, gemeenten, zorgverzekeraars, instanties die vergoeding van zorg bepalen, maar ook de zorg- en beweegsector zijn hierbij samen aan zet.
Liesbeth Preller, Specialist bewegen voor ouderen en chronisch zieken, Kenniscentrum Sport & Bewegen