Vandaag biedt de vakbeurzensector een brief aan het kabinet aan. De sector is van mening dat ze op één lijn worden gesteld met festivals, concerten en sportwedstrijden. Onterecht, want vakbeurzen zijn vergelijkbaar met de grootschalige retail zoals IKEA en bouwmarkten.
“Wij vragen de ministers niet om een uitzondering te maken op bestaande regels, maar juist om deze door te trekken naar onze vakbeurzen. Het gaat voor ministers misschien over een onbekende sector, maar het gaat om 61.000 banen die nodeloos geofferd lijken te worden”, zegt Rolf Heynen, van Veilig naar de Vakbeurs.
“Dagelijks krijgen wij tientallen telefoontjes en mails van wanhopige, woedende en zelfs huilende ondernemers en werknemers die niet begrijpen waarom zij niet open kunnen, terwijl in Duitsland en België vakbeurzen gewoon open zijn. Daar wordt wél onderscheid gemaakt tussen enerzijds rustige vakbeurzen en anderzijds drukke festivals, concerten en sportwedstrijden.”
“Zo belde vorige week een ondernemer die het bedrijf van haar ouders heeft overgenomen en nu in de positie zit om afscheid te moeten nemen van al het personeel en het licht uit moet doen. Dat is schrijnend genoeg, maar helemaal als niet uit te leggen valt waarom.”
Volgens onderzoek van de branchevereniging vertegenwoordigt de vakbeurzensector 61.000 werknemers, duizenden ondernemers en ruim 4,4 miljard euro omzet.
Initiatiefnemer Heynen spreekt van “een bizarre situatie dat vakbeurzen op één hoop gegooid worden met grote evenementen.” Dit terwijl zijn sector naar eigen zeggen veel meer gemeen heeft met de retail. Heynen vervolgt: “nu heb je de absurde situatie dat de IKEA met 41.000 m2 ‘beursvloer’ en duizenden dagelijkse bezoekers open kan, maar veelal kleinere vakbeurzen niet.”
Op 11 juni heeft het ministerie van Economische Zaken het protocol voor vakbeurzen vastgesteld. Dat betekent dat het protocol aan de wettelijke eisen voldoet. Over het openstellen van de sector heeft het kabinet nog geen besluit genomen.
Het protocol, dat in aanvulling is op de RIVM-richtlijnen, laat evenveel bezoekers toe per vierkante meter als winkels, maar reguleert en maximeert daarbovenop de bezoekersstroom vooraf. Controle op aantallen vindt ‘realtime’ plaats en vakbeurzen ‘vinden plaats in grote, hoge en goed geventileerde hallen met brede gangpaden’, zo staat te lezen in de brief aan het kabinet.
Een vakbeurs wordt om heel andere redenen bezocht dan een festival of een sportwedstrijd. “Bij grote publieksevenementen gaat het om vermaak, staan mensen dicht op elkaar vaak met een biertje in de hand. De bezoekers van een vakbeurs zijn zakelijke professionals; deze blijven kort, willen efficiënt zaken doen, houden van nature afstand tot elkaar en komen meestal alleen met de auto.”
Op 23 juni is een persconferentie van het kabinet, D-Day voor de sector, vertelt Heynen. “Wij moeten op deze dag duidelijkheid krijgen, wij kunnen niet van de ene op de andere dag open zoals een winkel, maar hebben maanden voorbereidingstijd. Dat is ook de reden dat we met het protocol hebben ingezet op openstelling vanaf 1 september, maar duidelijkheid vanaf nu.”
Op de vraag wat het betekent als het kabinet op 23 juni vakbeurzen niet gelijktrekt met de retail en openstelt, antwoordt Heynen: “Dat is simpel, dan is het hele najaar verloren en zullen heel veel bedrijven onnodig omvallen. Dan wordt een niet-rationeel lichtzinnig besluit genomen over een kleine en voor politici onzichtbare sector over de rug van 61.000 werknemers en -gevers.”
Dit is een origineel bericht van Good! B.V.
Ga naar alle berichten van deze organisatie.