Paul Rinkens
In de Volkskrant pleit bijzonder hoogleraar Anne-Mei The voor een fundamenteel andere benadering van dementiezorg: geen focus op ziekte, maar op de mens en diens sociale omgeving. Daar valt veel voor te zeggen. Want dementie is niet alleen een medisch probleem, het raakt het hele leven van iemand én diens naasten.
Zorg voor mensen met dementie begint niet met medicijnen of protocollen, maar met aandacht voor het gewone leven. Juist wanneer geheugen en grip op tijd vervagen, zijn herkenning, structuur en verbondenheid essentieel. Denk aan een vertrouwde buurt, vaste routines, bekende gezichten en betekenisvolle gewoontes. Die vormen het fundament waarop iemand zich nog gezien en begrepen kan voelen.
Wat we nog te vaak vergeten in de manier waarop we dementiezorg inrichten, is hoe belangrijk de directe woon- en leefomgeving is. Volgens onderzoek van Alzheimer Nederland zou 77 procent van de Nederlanders het liefst in de eigen buurt blijven wonen bij dementie. Dat vraagt om een ander soort woonvormen en een andere manier van kijken.
De sociale benadering van dementie richt zich op kwaliteit van leven, in plaats van zorg als verdienmodel of symptoombestrijding. Dat betekent: kleinschaligheid boven grootschaligheid, menselijkheid boven systeem, verbinding boven afstand.
Het netwerk rondom iemand met dementie, familie, buren, vrijwilligers, zorgprofessionals, kan daarbij het verschil maken. Niet alleen om praktische redenen, maar omdat het vertrouwen en waardigheid geeft. En omdat het iemand helpt om, ondanks de ziekte, zichzelf te blijven.
Er is een groeiend bewustzijn nodig over de impact van dementie. Niet pas als het zich in ons eigen gezin aandient, maar juist nu, om vooruit te denken, te bouwen aan geschikte woonvormen en te investeren in menselijke zorg. Want in de kern draait het om die ene vraag: wat maakt jouw leven waardevol?
Dit is een origineel bericht van Holikiday
Ga naar alle berichten van deze organisatie.