De overheid speelt een grote rol bij het bieden van banen aan mensen die werken met loonkostensubsidie. Deze rol is groter dan tot nu toe uit de cijfers lijkt. Bijna een kwart van deze groep is bij de overheid in dienst, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg of het onderwijs. Daarnaast heeft de overheid voor een nog grotere groep een indirecte, maar bepalende rol als detacheerder of opdrachtgever van uit te voeren werk of financier. Daarmee levert de overheid een actieve bijdrage aan de banenafspraak.
Dat blijkt uit het rapport ‘Loonkostensubsidie: Wie is de werkgever?’ dat Capeladvies heeft uitgevoerd in opdracht van Cedris, de landelijke vereniging voor Sociale Werkgelegenheid en Re-integratie. In het onderzoek zijn ruim 2300 werkgevers in beeld gebracht die gezamenlijk zo’n 7000 mensen met loonkostensubsidie in dienst hebben. Loonkostensubsidie is bedoeld voor mensen die in hun werk niet het Wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen, bijvoorbeeld vanwege een beperking. De werknemer ontvangt een gewoon salaris en de werkgever wordt gecompenseerd voor de verminderde productiviteit.
Gedetailleerd beeld
De resultaten van het onderzoek geven een gedetailleerd beeld van de werkgevers, de sectoren waar mensen met loonkostensubsidie werken en de rol van de overheid. In totaal heeft de overheid voor ten minste 52 procent een directe of indirecte verantwoordelijkheid voor het in dienst nemen van medewerkers met loonkostensubsidie. Het aandeel van de overheid als werkgever van bijna een kwart loopt op tot 34 procent als ook de mensen worden meegeteld die door uitzendbureaus en detacheerders zijn ‘uitgeleend’ aan overheidswerkgevers.
Banenafspraakcijfers
De grote rol van de overheid is opmerkelijk omdat op basis van tellingen in het kader van de banenafspraak het aandeel overheidswerkgevers uitkomt op slechts 11 procent. Hier tellen de sociale werkbedrijven en instellingen in gezondheidszorg en welzijn niet mee, terwijl deze organisaties volgens het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) wel tot de overheidssector behoren. Dit onderzoek laat zien dat de gekozen verdeling van de markt- en overheidssector tamelijk willekeurig is en niet aansluit bij de gangbare CBS-definitie. In de banenafspraak is afgesproken om 125.000 extra mensen met een beperking aan de slag te helpen; 100.000 door de marktsector en 25.000 door de overheid.
5% van de werkgevers verantwoordelijk voor 57% plaatsingen
Opvallend is verder dat bijna driekwart (74 procent) van de werkgevers slechts één persoon in dienst heeft met loonkostensubsidie. Een kleine groep werkgevers (5 procent) heeft meer dan vijf mensen in dienst met loonkostensubsidie. Deze laatste groep omvat wel 57 procent van de totale groep mensen die aan de slag is met loonkostensubsidie.
Verschillen tussen sectoren
De sectoren waar de meeste mensen met loonkostensubsidie werken zijn industrie, handel, horeca, uitzendbranche, overige dienstverlening, openbaar bestuur en gezondheidszorg. Het onderzoek toont ook aan dat in een aantal sectoren vrijwel geen of slechts een beperkt aantal mensen met loonkostensubsidie een baan hebben. Hier liggen kansen om het aantal mensen dat met inzet van loonkostensubsidie een betaalde baan vervult te laten stijgen.
Dit is een origineel bericht van CEDRIS
Ga naar alle berichten van deze organisatie.