Cedris: "Miljoenennota geeft erkenning voor getroffen medewerkers werkontwikkelbedrijven"

• CEDRIS

Reactie Cedris op Miljoenennota

“Eindelijk erkenning voor de medewerkers die afgelopen jaar zo hard zijn getroffen door de belastingmaatregel”, zo luidt de eerste reactie van Cedris-voorzitter Mohamed el Mokaddem op de Miljoenennota.

De afgelopen maanden kregen medewerkers van werkontwikkelbedrijven een flinke tegenslag te verduren: ze gingen er ten opzichte van 2024 opeens financieel op achteruit. Dat is het gevolg van belastingmaatregelen die op 1 januari 2025 in gingen. De maatregelen hebben als doel meer werken te stimuleren, maar brachten juist tienduizenden medewerkers van werkontwikkelbedrijven in de problemen. Zij werken vaak parttime en kúnnen niet meer uren werken - bijvoorbeeld vanwege een beperking. Daarom voerde Cedris de afgelopen maanden actie met de campagne #IkVerdienHetOok. En met succes: in de miljoenennota is een compensatie voor 2025 geregeld, dankzij een eerder amendement van de Kamer. Daarnaast stelt het kabinet in de miljoenennota een regeling in voor de periode 2026-2028.

El Mokaddem: “Deze maatregel was niet uit te leggen aan medewerkers van werkontwikkelbedrijven, die iedere dag keihard werken en toch gekort worden. Het is goed dat ook het kabinet nu inziet dat dit niet door de beugel kan en een grote fout rechtzet. Medewerkers met een ondersteuningsvraag zijn gezien en de compensatie draagt bij aan hun bestaanszekerheid. Deze mensen werken dag in dag uit aan een mooier Nederland. Net als voor ieder ander, moet ook voor hen werk lonen.”

Er zijn nog wel twee punten om in de toekomst scherp op te zijn. Het is belangrijk dat in nieuwe belastingplannen niet dezelfde fout wordt gemaakt. Daarnaast is de maatregel tot en met 2028 geregeld, maar staat het nog niet structureel in de boeken. El Mokaddem: “De compensatie is een belangrijke stap, maar we willen niet nogmaals met dezelfde fout geconfronteerd worden. Daarom moet de regeling structureel worden en moet het effect van belastingplannen in de toekomst voor deze medewerkers expliciet worden meegenomen.”