Vandaag zijn bijna 2,5 miljoen glasaaltjes - jonge palingen - uitgezet in de Zuidelijke randmeren. Hiermee wordt een impuls gegeven aan de groei van de palingstand in de Nederlandse natuur. De beroepssector voert de herbevolking uit in opdracht van het ministerie van LNV, als onderdeel van het Nederlandse aalherstelplan. Het is een beleidsmaatregel om de palingstand te laten groeien.
In de jachthaven van Zeewolde arriveerde vanochtend een oplegger vol jonge palinkjes. De zogenaamde glasaaltjes zijn afkomstig van de Franse kust, meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek).
De visserijbedrijven van Peter Jansen, Jan Foppen en Jan Wormsbecher namen de aaltjes mee aan boord van hun kotters, en lieten ze vrij, verspreid over de Zuidelijke randmeren.
Palingen worden geboren in de oceaan. De jongen (glasaaltjes) komen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières, om zoetwater te bereiken waar ze op willen groeien. Daardoor heeft de palingstand in het verleden veel schade opgelopen.
De herbevolking levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal zich ophopen, zoals bij de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel van die glasaaltjes sterven. De glasaal wordt daarom opgevangen en vervolgens uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden terugzwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen. Daarmee is de levenscyclus weer rond.
Dit voorjaar vinden nog meerdere herbevolkingsprojecten plaats. Naar verwachting een maximale hoeveelheid jonge paling uitgezet, waarmee de volledige draagkracht van de randmeren wordt benut.