Het CBS-onderzoek laat zien dat stress op het werk wijdverspreid is. Wij zien hetzelfde in onze eigen data: niet iedereen reageert hetzelfde op druk. De een krijgt er energie van, de ander raakt uitgeput. De combinatie van hoge taakeisen en weinig autonomie vormt al jaren een risico voor de vitaliteit van werknemers.
Er iets fundamenteels aan het verschuiven in hoe organisaties naar werk kijken. We meten alles: omzet, productiviteit, klanttevredenheid. Maar we weten vaak niet goed hoe mensen zich écht voelen op hun werk. Dat begint te veranderen. Steeds meer organisaties willen weten wat hun mensen nodig hebben om goed te kunnen blijven functioneren. Ze willen begrijpen wat iemand energie geeft, hoe veerkrachtig iemand is en welke omstandigheden helpen om het beste uit zichzelf te halen. Dat doen ze steeds vaker pro-actief en niet meer alleen als iemand al door stress is uitgevallen.
Organisaties zetten steeds meer in op het beter begrijpen waardoor stress ontstaat om van daaruit in gesprek te gaan met medewerkers over duurzame inzetbaarheid. Zo ondersteunen we een arbodienst van een grote zorginstelling met loopbaanchecks om inzicht te krijgen in stressoren en energiegevers van verpleegkundigen. Met die inzichten voeren leidinggevenden gesprekken met medewerkers. In die open gesprekken komen onderwerpen naar voren die nog nooit besproken waren.
De grote loyaliteit voor het zorgvak komt aan bod, maar ook de aarzeling van medewerkers over het voeren van gesprekken over de werkverdeling en het verbloemen van klachten. Uiteindelijk draagt inzicht bij aan betere gesprekken, meer begrip en het nemen van de juiste maatregelen om stress te verlagen of te vermijden. Doel is het verlagen van uitval en het verhogen van vitaliteit van medewerkers in het fysiek zware verpleegberoep. In deze tijd waarin de druk op werk en technologie steeds groter wordt, is het belangrijk te kijken hoe we mens en werk goed op elkaar afstemmen. Dat vraagt om een dieper begripsniveau.