Stichting DUPAN heeft woensdag 6 juni in samenwerking met het ministerie van Economische zaken 517.000 jonge palinkjes uitgezet in Friesland, voor de bevordering van de palingstand in Nederland.
Friese beroepsvissers van netVISwerkzetten de ruim een half miljoen palinkjes verspreid over de Friese meren en boezem in het water. De jonge paling, zogenaamde pootaal, kwam begin dit jaar als glasaal aan bij de Franse kust. De afgelopen maanden hebben ze in een Nederlandse kwekerij doorgebracht om groter en sterker te worden, en zijn ze van glasaal (doorzichtig) veranderd in pootaal. Ze zijn nu weer vrijgelaten om de Friese wateren te herbevolken. Dat levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal voor de Europese kustbarrières zich ophopen, zoals de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel sterven. Door ze in het zoete water uit te zetten kan een groot deel overleven.
Glasaal wordt meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). De jonge palingen kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen, om zoetwater te bereiken waar ze op kunnen groeien. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.
De pootaal wordt uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden naar de Atlantische Oceaan zwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.