NVM-notitie over vrijkomende agrarische bebouwing valt in goede aarde

14 DEC 2017 09:23 | NVM

Rijksbouwmeester, P10-voorzitter en Brabantse gedeputeerde lopen warm voor studie NVM Agrarisch & Landelijk Vastgoed

NVM-notitie over vrijkomende agrarische bebouwing valt in goede aarde

 ‘Nu samen de hand aan de ploeg slaan’

 Nieuwegein, ‘Samen naar een vitaal buitengebied, mogelijkheden voor vrijkomende agrarische bebouwing’ is de titel van een notitie die de NVM-vakgroep Agrarisch & Landelijk Vastgoed (NVM A&LV) begin november presenteerde. NVMagazine, dat deze week verschijnt, vroeg drie betrokkenen te reageren op de notitie die oplossingen aanreikt voor een betere herbestemming op het platteland. Rijksbouwmeester Floris Alkemade, de Brabantse gedeputeerde Erik van Merrienboer en Ellen van Selm, burgemeester van de gemeente Opsterland en voorzitter van het samenwerkingsverband van plattelandsgemeenten P10 geven hun visie.

Alkemade herkent de trends en ontwikkelingen die in de NVM-notitie worden geschetst. “Er is een echt fundamentele verandering gaande op het platteland, de VAB is niet het probleem maar een symptoom.” NVM A&LV krijgt van Van Selm alle waardering voor de notitie: “De problematiek wordt helder op een rij gezet, evenals een aantal oplossingsrichtingen. De P10 is het er mee eens dat procedures vaak lang duren en veel geld kosten. De werkelijkheid is echter ook dat alle partijen er baat bij hebben dat de nieuwe situatie voor iedereen winst oplevert en dat dit juridisch goed wordt geborgd.”

Ook Van Merrienboer roemt het initiatief van de NBM. “Het draagt bij aan de bewustwording en de urgentie van het VAB-thema, dat veel meer is dan een vastgoedvraagstuk alleen. Het dwingt ons aan de slag te gaan met de ingrijpende sociaaleconomische ontwikkelingen op het platteland. Vooral de oproep in de notitie om informatie te delen en kennis uit te wisselen onderschrijf ik: VAB komt in heel Nederland voor. Gemeenten en provincies moeten niet allemaal zelf het wiel willen uitvinden, maar kijken wat ze van elkaars successen kunnen leren.”

Radicale veranderingen

Rijksbouwmeester Alkemade zit de komende jaren radicale veranderingen optreden in het landelijk gebied. “Die vragen nu om voorbereiding en actie. Boeren zonder opvolgers of toekomstperspectief stoppen hun bedrijf. In rap tempo komt agrarische bebouwing leeg te staan. Andere agrarische bedrijven groeien door naar een in Nederland ongekende omvang en krijgen een sterk geïndustrialiseerd karakter.

Tegelijkertijd kiest een groep boeren voor kleinschaligheid, voor natuurinclusief boeren of voor het combineren van het boerenbedrijf met recreatieve of andere functies. Hier bovenop vragen grote maatschappelijke opgaven als klimaatverandering, de wateropgave, energietransitie, illegale activiteiten, dierziektes maar ook de vergrijzing, bevolkingsafname en leegstand, om verregaande aanpassing van de inrichting van het landelijk gebied.”

Burgemeester Van Selm heft met de P10-gemeenten onlangs een nieuwe Strategische Agenda vastgesteld. “Die rust op drie pijlers: Aantrekkelijk Platteland, Samenspel met de Stad en Maatwerk voor het platteland, bijvoorbeeld in regelgeving. De P10 blijft zich intensief bezighouden met de nieuwe Omgevingswet en de toekomstige Omgevingsvisie. Wij zullen daarbij de belangen van het platteland, waaronder het punt van de vrijkomende bebouwing, naar voren blijven brengen.”

Volgens de Brabantse gedeputeerde Van Merrienboer biedt de bestaande wet- en regelgeving al veel meer mogelijkheden dan vaak wordt gedacht. “Met 22 Brabantse gemeenten die heel actief zijn op dit gebied, vullen we op dit moment een ‘gereedschapskist’ met bestaande en nieuwe instrumenten, expertise en experimenten. Iedere VAB is uniek. Zelfs binnen een gemeente is maatwerk nodig. Hoewel het in tegenspraak is met het landelijk ruimtelijk kader waar de NVM voor pleit, vind ik ruimte voor maatwerk veel belangrijker. De nieuwe Omgevingswet biedt overheden daartoe de mogelijkheid. Voor de rijksoverheid zie ik vooral een taak op fiscaal gebied: ik hoor vaak dat het lastig is om de fiscale consequenties van een bedrijfsbeëindiging of -omschakeling goed in beeld te krijgen, doe daar wat aan!”

 Nieuw perspectief

Alkemade meent dat er geen scenario voor het platteland denkbaar is waarin helemaal niets gebeurt. Van Selm onderschrijft dit. “De ontwikkelingen in de landbouw en de ontgroening en vergrijzing vragen om een actief beleid willen we het platteland aantrekkelijk en leefbaar houden. Niets doen is geen optie! Vergeet daarbij ook niet dat het platteland enorm veel heeft te bieden op bijvoorbeeld energietransitie, duurzaamheid en ontspanning. Het zou echt zonde zijn om die enorme mogelijkheden niet te benutten. Dat heeft de P10 ook voor ogen gehad bij de formulering van haar strategische agenda.”

Volgens Van Merrienboer gebeurt er al van alles. “In veel provincies en gemeenten wordt op VAB-gebied al samen de hand aan de ploeg geslagen. Neem de Brabantse voucher-regeling, die eigenaren van lege stallen de mogelijkheid biedt om een beroep te doen op deskundigen. In een maand tijd is er al door ruim dertig eigenaren gebruik van gemaakt. Doel is een goed onderbouwde keuze voor herbestemmen of slopen. Huiver voor die laatste optie is onterecht: vaak is sloop dé manier om op een VAB-locatie waarde toe te voegen en nieuw perspectief te bieden.”

Het gedroomde platteland

Alkemade: “Juist het platteland kent een traditie van voortdurende veranderingen en aanpassingen aan nieuwe mogelijkheden en omstandigheden. Ik ben ervan overtuigd dat we ook nu weer met goed boerenverstand, technologische innovatie en ondernemerszin kunnen omgaan met de grote opgaven van nu. Ik zie de toekomst van het platteland als het domein waar urgente zaken als de verduurzaming van de voedselproductie en de energietransitie plaats moeten vinden.  Thema’s die vragen om ruimte. Iets dat het stedelijk gebied niet zal kunnen bieden. Een combinatie van hoogtechnologische ontwikkeling en zorgvuldig landbeheer is wat we nu nodig hebben. Het landelijk gebied kan hier een mooie voortrekkersrol nemen, het kan antwoorden bieden op urgente vragen en die verder reiken dan alleen voedselproductie.”

Van Selm: “Een platteland waar nog altijd de voedselproductie plaatsvindt waar wij letterlijk van kunnen leven. Een bruisend en vitaal platteland met een diversiteit aan functies waar het goed leven en goed vertoeven is. Een platteland dat landelijk en tot over de landsgrenzen belangrijk is voor ons klimaat, energieopwekking en het duurzaam omgaan met grondstoffen.”

Van Merrienboer: “Voor dat platteland wordt momenteel de basis gelegd, door het VAB-vraagstuk voortvarend aan te pakken. Als overheden moeten we het veranderende ondernemerschap faciliteren, dat juíst ook op het platteland in ruime mate voorhanden is. Om mij heen, hier in Noord-Brabant, zie ik daar genoeg goede voorbeelden van.”

Meer binnen deze rubriek