Dit is een expertquote van Nick Lurkin, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR), in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Zeeuwse D66: 'Verdeel stikstofreductie ook over industrie en scheepvaart' - Omroep Zeeland
Emissieloze zeeschepen zien we helaas nog niet, op een aantal experimenten op korte trajecten na. Daar is meer innovatie en ontwikkeling voor nodig. Schepen stoten daarom voorlopig nog verschillende stoffen uit. Logisch ook, want de scheepsmotoren zijn zware jongens die nodig zijn om 90 procent van alle spullen wereldwijd door het water te snijden.
Stikstofoxiden zijn één van die stoffen, al varieert dat per brandstof en/of scheepsmotor. Zo stoot een schip bij verbranding van vloeibaar aardgas (LNG) maar liefst 80 procent minder stikstof uit dan zware stookolie of dieselolie. Tegelijkertijd is LNG nog altijd een fossiele brandstof, waardoor het in conflict blijft met de emissieloze horizon.
Wel komen er steeds meer motoren die geschikt zijn om op andere schonere brandstoffen te draaien. Reders proberen zo schoon en efficiënt mogelijk te varen, dat scheelt bovendien aanzienlijke operationele kosten.
Ook volgens internationale regelgeving moeten schepen steeds schoner worden. Die regelgeving komt tot stand door onderhandelingen tussen lidstaten van de Internationale Maritieme Organisatie. Dat is de VN-regelgever voor mondiale maritieme zaken op het gebied van veiligheid, klimaat en milieu.
Nieuwe schepen die op of na 1 januari 2021 worden gebouwd moeten aan de nieuwste norm voldoen: ten minste 70 procent reductie van stikstofuitstoot ten opzichte van de vorige generatie scheepsmotoren. Schepen die daaraan niet voldoen, mogen niet in de Noordzee, Oostzee of de kustwateren van de VS en Canada komen.
Voor de leefomgeving in havengebieden wordt steeds meer geïnvesteerd in het aanleggen van walstroom. Veel zeeschepen beschikken over een stopcontact en als er een stekker klaar ligt in de haven, dan is het niet noodzakelijk om de motoren te laten draaien voor de ‘lichtere’ energiebehoefte als je met een schip aan de kade ligt.
Een sprekend voorbeeld is de eerste walstroom aansluiting die in 2012 in Hoek van Holland is aangelegd voor de ferries van Stena Line. En kijk ook eens naar de walstroomvoorzieningen in het Calandkanaal voor de grote werkschepen van Heerema Marine Contractors. Dit soort projecten komen tot stand door proactief samenwerking te zoeken binnen de keten en vanuit een eigen verantwoordelijkheid van bedrijven.
Nick Lurkin, Adviseur klimaat en milieu, KVNR