Ruim helft kinderen bedreigd door conflict, armoede of discriminatie

31 MEI 2018 07:06 | Save The Children Nederland

Meer dan de helft van alle kinderen - ruim 1,2 miljard - wordt bedreigd door conflicten, armoede of discriminatie van meisjes, staat in een nieuw rapport van Save the Children. Aan de vooravond van de Internationale Dag van het Kind op 1 juni toont het rapport The Many Faces of Exclusion (De Vele Gezichten van Uitsluiting) aan hoe de drie genoemde factoren wereldwijd kinderen van hun jeugd dreigen te beroven – of al beroofd hebben. Meisjes worden relatief hard getroffen: ze mogen soms niet naar school, moeten vroeg trouwen en bevallen al voor ze er fysiek en mentaal aan toe zijn.

Het rapport bevat de End of Childhood Index die voor het tweede jaar op rij verschijnt; de ranglijst bestaat uit 175 landen waar de jeugd van kinderen het minst en het meest bedreigd wordt door slechte gezondheid, ondervoeding, uitsluiting van onderwijs, kinderarbeid, kindhuwelijken, vroege zwangerschap en extreem geweld. Nederland staat (gedeeld) zesde, waar dat vorig jaar nog een vierde plaats was. Nederland scoorde nagenoeg gelijk in vergelijking met vorig jaar, maar werd ingehaald door Singapore, Ierland en Zweden.

Ondanks hun economische, militaire en technologische macht moeten de VS (36e), Rusland (37e) en China (40e) alle West-Europese landen voor zich laten in de index. Acht van de onderste tien landen bevinden zich in West- en Centraal-Afrika, met Niger voor het tweede jaar op de laatste plaats.

Directeur Pim Kraan van Save the Children zegt dat hoewel er op veel plekken vooruitgang is, ook in West- en Centraal-Afrika, het niet snel genoeg gaat. Het is verontrustend dat de kloof tussen arm en rijk in veel landen groeit. “Meer dan de helft van de kinderen begint met een achterstand omdat ze meisje zijn, omdat ze arm zijn of omdat ze opgroeien in een conflictgebied. Kindhuwelijken, kinderarbeid en ondervoeding zijn maar een paar factoren die kinderen van hun jeugd kunnen beroven. Als we nu niet in actie komen breken we de belofte die in 2015 door elk land bij de VN is gedaan: ervoor zorgen dat in het jaar 2030 elk kind overleeft, leert en veilig is.”

In de onlangs gepresenteerde beleidsnota ‘Investeren in perspectief’ gaat de Nederlandse minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) in op armoede en ongelijkheid, met extra aandacht voor de kwetsbare positie van meisjes en vrouwen. Dat is hard nodig, blijkt uit het End of Childhood-rapport. In landen als Zuid-Soedan, Jemen, Somalië en Afghanistan staan mensenrechten zwaar onder druk en op het gebied van gelijke rechten en kansen voor meisjes en vrouwen gaat de vooruitgang niet snel genoeg. Als er niets verandert, zullen rond 2030 nog eens 150 miljoen meisjes getrouwd zijn voordat ze 18 zijn.

Volgens Pim Kraan kunnen en moeten regeringen dan ook nog meer doen om elk kind de best mogelijke start te geven. “Dat landen met vergelijkbare inkomensniveaus zo verschillend scoren toont aan dat beleid, financiering en politieke betrokkenheid een belangrijk verschil maken.”

Hoewel de situatie het afgelopen jaar is verbeterd in 95 landen in de End of Childhood Index, is het alarmerend dat omstandigheden in ongeveer 40 landen verslechterden. Het rapport stelt onder meer dat:

• ruim een miljard kinderen in landen wonen die worden geteisterd door armoede, zeker 240 miljoen kinderen in landen wonen die zijn getroffen door conflicten en meer  dan 575 miljoen meisjes in landen zijn waar discriminatie op basis van geslacht voorkomt.

• bijna 153 miljoen kinderen in de 20 landen wonen waar alle drie de factoren voorkomen - waaronder Zuid-Soedan, Somalië, Jemen en Afghanistan.

• in conflictgebieden ongeveer 20 keer zoveel kinderen sterven aan ondervoeding, ziekte en slechte gezondheidszorg dan aan geweld.

• kinderarbeid in door conflict getroffen landen 77 procent hoger ligt dan gemiddeld. Conflicten maken meisjes ook kwetsbaarder voor kindhuwelijken.

• slechts drie van de 34 fragiele of door conflict getroffen staten waarvan data beschikbaar zijn, een (vrijwel) landelijk dekkend basisonderwijs hebben.

• de armste meisjes ongeveer drie keer zoveel kinderen krijgen als de rijkste.

Voor Ali * (14), die opgroeit in Jemen, hoort omgaan met oorlog en armoede bij het dagelijks leven. Hij woont in een simpele tent en is kostwinner sinds zijn vader gewond raakte bij een luchtaanval. “Ik huilde samen met mijn broer, tijdens de aanval. Het was angstaanjagend, we wisten niet wat het was. Ik ben nu niet bang meer voor luchtaanvallen, we zijn gewend om in oorlog te leven.”

Hoewel hij hard werkt om het gezin te onderhouden, zegt Ali dat ze regelmatig met honger naar bed gaan. “Vóór de oorlog speelde ik en had ik lol met mijn vrienden, we hadden het goed. Nu is het oorlog en dat heeft alles veranderd.”

Save the Children roept regeringen dan ook op om ervoor te zorgen dat geen kind sterft aan vermijdbare of behandelbare oorzaken of dat het slachtoffer wordt van extreem geweld, dat ze toegang hebben tot goed onderwijs en dat ze niet worden beroofd van hun toekomst door ondervoeding, vroege of gedwongen huwelijken, vroege zwangerschappen of kinderarbeid.

*naam veranderd

Meer binnen deze rubriek