Dit is een expertquote van Annemarie van Hinsberg, Movisie, in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Universiteiten nemen maatregelen tegen bedreiging wetenschappers | ANP
De Vereniging van universiteiten (VSNU) neemt een aantal maatregelen om bedreiging en intimidatie van wetenschappers tegen te gaan. Voortaan doen universiteiten hier aangifte van. Ook komen er trainingen in online weerbaarheid en wordt er psychosociale hulp aangeboden voor universiteitsmedewerkers, maakte de koepelorganisatie bekend.
Wetenschappers en ook medewerkers van kennisinstituten krijgen naar aanleiding van mediaoptredens en andere publieke optredens steeds vaker te maken met bedreiging, intimidatie en haatreacties. Mensen die zich uitspreken over gevoelige maatschappelijke vraagstukken of zich hard maken om sociaal onrecht aan de kaak te stellen, zijn vaker mikpunt van haatspraak en berichten met een (seksueel) intimiderende of bedreigende boodschap. Dit uit zich vooral online op sociale media.
Een gezamenlijke aanpak vanuit VSNU is een goede zaak. Het is belangrijk dat medewerkers die hiermee te maken krijgen zich gesteund voelen door hun organisatie en dat zij weten dat je er iets aan kunt doen. Naast aandacht voor weerbaarheid, psychosociale hulp en het doen van aangifte of een melding maken is het ook nodig om te investeren in een sociale norm die deze vormen van grensoverschrijdend gedrag afkeurt.
We moeten voorkomen dat deze haatspraak en bedreigingen gezien worden als ‘normaal’ of als een ‘fact of life’, iets wat er nu eenmaal bij hoort. Omstanders, mensen die getuige zijn van dergelijk gedrag, kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Zo kunnen volgers van de onderzoeker op Twitter of Instagram, zich uitspreken tegen de haatdragende of intimiderende berichten en opkomen voor elkaar. En ook volgers van de afzender van de berichten kunnen het verschil maken. Het werkt juist goed als mensen uit de ‘eigen groep’ zich uitspreken.
Internationaal onderzoek laat zien dat grensoverschrijdend gedrag al vaak kan worden beëindigd door het tijdig te signaleren, bespreekbaar te maken en een sociale norm te stellen. Maar omstanders weten vaak niet hoe ze moeten ingrijpen, of zijn bang om dat te doen. Movisie onderzocht hoe omstanders toegerust kunnen worden om wel te handelen. Zo blijkt het creëren van empathie door het delen van persoonlijke ervaringen met bijvoorbeeld online haatspraak of intimidatie goed te werken.
In het project #DatMeenJeNiet wordt deze kennis ook in de (online) praktijk gebracht. Jongeren worden getraind en krijgen tools aangereikt om een 'upstander' te zijn, iemand die in actie komt tegen discriminatie en haatdragende berichten op grond van bijvoorbeeld afkomst of gender. In dit project gaat het om online discriminatie tegen te gaan en andere jongeren te inspireren zich ook uit te spreken. Uit eerder onderzoek van Movisie blijkt dat de reacties van omstanders erg belangrijk zijn. Zo past de dader mogelijk zijn bericht aan, voelt het slachtoffer zich gesteund en wordt er een sociale norm gecommuniceerd waaruit blijkt dat online discriminatie niet normaal is.