Dit is een expertquote van Valérie van ‘t Lam, advocaat, Stibbe
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Omgevingswet gebaat bij ‘duidelijkheid, rust en focus’
Het is vrijwel zeker dat bedrijven in Nederland vanaf 1 januari 2024 te maken krijgen met de nieuwe Omgevingswet. Demissionair minister De Jonge heeft recent samen met koepelorganisaties bepaald dat deze ingevoerd moet worden. De Omgevingswet heeft als doel om het omgevingsrecht ‘Eenvoudig Beter’ te maken. Maar bedrijven zullen er vooral mee gaan worstelen.
In de nieuwe wet wordt vrijwel alle regelgeving die toeziet op de omgeving geïntegreerd in één wet: de Omgevingswet vervangt onder meer de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet ruimtelijke ordening, Waterwet en de Wet natuurbescherming. Daarmee lijken de regels voor ruimtelijke ontwikkeling en milieu, ofwel de ‘fysieke leefomgeving’, te worden vereenvoudigd.
Veel bedrijven zullen dat vermoedelijk anders ervaren. Voor hen zal het uitdagend zijn om vast te stellen voor welke activiteiten ze vergunningplichtig zijn, voor welke activiteiten algemene rijksregels gelden, en voor welke activiteiten ze moeten aansluiten bij het lokale omgevingsplan. Omdat de verantwoordelijkheid bij de bedrijven zelf ligt om aan de nieuwe regels te voldoen, betekent dat ze moeten puzzelen.
Vanaf januari 2024 worden de vergunningen en regels omtrent milieu namelijk vastgesteld op basis van een ‘milieubelastende activiteit’ in plaats van op ‘de inrichting’ (veelal het bedrijf of het terrein). In de praktijk kan dat betekenen dat een deel van het bedrijf voortaan niet meer via een milieuvergunning en algemene regels wordt gereguleerd, maar daarnaast ook lokaal via het omgevingsplan.
Zo kan een denkbeeldig recycling-bedrijf in 2023 een milieuvergunning hebben voor zijn geheel aan bedrijfsactiviteiten op een locatie, maar het is mogelijk dat in 2024 een deel van die bedrijfsactiviteiten valt onder de regulering van het lokale omgevingsplan. Als dat recycling-bedrijf in Nederland meerdere locaties met dezelfde activiteiten heeft, kan het zijn dat de lokale regels waaraan voldaan moet worden per locatie, per activiteit verschillen. Dat betekent dat het bedrijf heel nauwkeurig per activiteit in kaart moet brengen aan welke regels zij op die locatie moet en kan voldoen.
Voor bedrijven met veel verschillende activiteiten, zoals recycling-bedrijven, productiebedrijven en industrie, wordt het daarmee complex om vast te stellen waar precies aan moet worden voldaan.
Veel bedrijven zijn zich hier niet van bewust. Om te voorkomen dat een bedrijf met zijn milieubelastende activiteiten niet aan de nieuwe regels voldoet, zal het zich tijdig moeten voorbereiden. Bedrijven zullen dus zelf de puzzel moeten leggen aan de hand van een zeer complex, en niet gebruiksvriendelijk juridisch kader. Dat maakt het niet eenvoudig beter. Wel complexer.
Dit is een origineel bericht van Stibbe
Ga naar alle berichten van deze organisatie.