'Minister moet knelpunten in wetgeving oplossen om industrie voor Nederland te behouden'

Dit is een expertquote van Valérie van ‘t Lam, advocaat gespecialiseerd in omgevingsrecht en milieurecht en partner, Stibbe advocatenkantoor.

U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: 'Meer druk op bedrijfsleven brengt klimaatdoelen niet dichterbij' | BNR Nieuwsradio

Minister Adriaansens van Economische Zaken geeft aan dat bedrijven niet nóg meer onder druk gezet moeten worden om te verduurzamen. Maar dat hoeft ook helemaal niet, want veel bedrijven willen uit zichzelf al verduurzamen. Het enige dat zij nodig hebben is een minister die verouderde wetgeving aanpakt en zo meer mogelijkheden tot verduurzaming creëert.

Het Nederlandse bedrijfsleven wordt op vele aspecten tegengewerkt door verouderde wet- en regelgeving. Bedrijven die bijvoorbeeld reststromen uit productieprocessen willen hergebruiken in plaats van vernietigen of weggooien, lopen er tegenaan dat dat vaak niet kan. Door verouderde wetgeving worden die restproducten in veel gevallen nog aangemerkt als ‘afval’, wat juridisch gezien betekent dat extra eisen gelden voor bijvoorbeeld het vervoer of het als bedrijf mogen ontvangen van die restproducten. Dit staat de circulariteit van productiebedrijven in de weg. Onnodig.

Om de bijdrage van het bedrijfsleven aan de klimaatdoelen van 2030 te vergroten, moet de minister – misschien wel in samenwerking met de Europese wetgever - een kritische analyse maken van alle beperkende wet- en regelgeving. Een gesprek met het bedrijfsleven is daarbij essentieel. Het aanpassen van die knelpunten in wet- en regelgeving creëert mogelijkheden voor bedrijven om daadwerkelijk tot die gewenste verduurzaming te komen.

Zo legt de minister de bal bij de bedrijven, in plaats van dat ze, zoals ze zelf zegt, ‘de industrie Nederland uit jaagt’.