Nergens in Europa groeit de economie zo snel als in Oost-Europa. Dat is al meerdere jaren zo. Nederland onderschat de kracht hiervan. Daardoor lopen we niet alleen kansen mis, ook snoept Oost-Europa steeds meer business van ons af. De auto-industrie is daarvan een goed voorbeeld. Zo stelt Johan Geeroms, Senior Risk Manager bij Euler Hermes Nederland.
De researchafdeling van de kredietverzekeraar heeft onlangs de groeicijfers van een aantal Oost-Europese landen naar boven bijgesteld. Roemenië is koploper met een economische groei dit jaar van 5,5% (vorig jaar 4,8%). Daarna volgen Polen (3,8%, was vorig jaar 2,7%), Tsjechië (3,6%, was 2,6%) en Hongarije (3,3%, was vorig jaar 2,0%).
Veel business verloren
Volgens Geeroms gaat het om aanhoudende, structurele groei. Hij verwijst naar Kredietbeoordelaar Moody’s die Oost-Europa dé groeimotor van het de continent noemt. Deze ontwikkeling heeft aanzienlijke impact op het Nederlandse bedrijfsleven. Als voorbeeld noemt hij de toeleveranciers in de auto-industrie (variërend van onderdelen en elektronica tot chemie en kunststof). “Samen zijn ze goed voor een jaaromzet van €10 miljard per jaar. Bijna de helft hiervan betreft export naar Duitsland. Nog steeds zijn we een belangrijke toeleverancier voor Duitsland, maar veel business verliezen we aan Oost-Europese landen als Tsjechië, Slowakije en Polen. Volgens het CBS hebben zij ons zelfs ingehaald als belangrijkste handelspartner van de Duitse automobielindustrie.”
Volop kansen
Daar staan grote kansen tegenover. Geeroms: “Onlangs gaf de boom- en plantenkwekersbranche een veelzeggend statement af: ‘de groei zit in Oost-Europa’, zeggen ze. Een soortgelijk geluid komt uit de hoek van de Nederlandse bloemenexporteurs. Volgens branchevereniging VGB stijgt de export naar Oost-Europa bovengemiddeld snel. Met als sterkste groeiers Tsjechië en Polen.”
Geeroms: “Belangrijke impuls voor de Oost Europese groei is het lidmaatschap van de EU. Over en weer is er nu veel gemakkelijker handel te drijven. Tel daarbij op de groei van de middenklasse in deze landen. Als de vraag naar luxere producten eenmaal op gang komt, geeft dat een geweldige boost aan de economie. En Nederland kan daar volop van meeprofiteren.”
Geeroms neemt Roemenië als voorbeeld. Volgens hem is het land een perfecte springplank voor Nederlandse bedrijven die zich richten op handel en investeringen in de regio rond de Zwarte Zee. “De potentie van vooral de landbouw is groot. Dat is precies waar ook Nederland heel sterk is. Met € 9 miljard euro aan Europese steun voert Roemenië momenteel een grootscheeps Plattelands Ontwikkelingsprogramma uit. Dat biedt kansen voor Nederlandse bedrijven. Zo is er € 320 miljoen euro beschikbaar voor de modernisering van de fruitteelt.”
Gateway to Europe
Ook verwijst Geeroms naar de haven Constanta die momenteel wordt verbouwd tot de grootste graanoverslag van Europa. “De betekenis hiervan is vergelijkbaar met de Rotterdamse haven voor de Nederlandse economie. Mede door de haven van Constanta kan Roemenië uitgroeien tot de oostelijke gateway to Europe.” Volgens Geeroms zijn vooral Zwitsers en Chinezen opvallende investeerders in dit havenproject.
Geeroms stelt dat de economieën in Oost-Europa nog in belangrijke mate worden getrokken door Duitsland. “Professor internationale economie Jan Van Hove noemt Oost-Europa ‘de fabriek van de Duitse economie’. Doordat de vrije handel steeds grotere aanneemt, treedt er een vliegwiel in werking. Mensen verdienen meer, dus stijgen de bestedingen, enzovoort; ontwikkelingen versnellen exponentieel. Nu zijn de lonen nog aan de lage kant. Ik zou zeggen: het momentum is perfect om als Nederlandse ondernemer nu in te stappen.”
Zie bijlage voor het bijbehorende rapport van Euler Hermes hierover.