'Minister De Jonge maakt lokaal maatwerk ondergeschikt aan woningbouw, natuur en energie'

02 JUN 2022 09:52 | ANP Expert Support

Dit is een expertquote van Jan van Oosten, Stibbe, in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Minister de Jonge: Rijk herneemt regie in het ruimtelijke domein – Gebiedsontwikkeling.nu

Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening schrijft in een brief aan de Tweede Kamer van 17 mei 2022 dat het Rijk de regie in het ruimtelijk domein herneemt. Daarmee stapt hij af van het uitgangspunt van de Omgevingswet dat de verantwoordelijkheid voor de fysieke leefomgeving zoveel mogelijk bij gemeentes ligt. De verwachting is dat gemeenten daardoor beperkt zullen worden in hun vrijheden om eigen regels te stellen voor de fysieke leefomgeving, maar dat dit tegelijkertijd mogelijkheden biedt voor de bouw.

Op deze manier wordt lokaal maatwerk ondergeschikt aan het bereiken van nationale doelen op het gebied van woningbouw, landbouw en natuur, energie en (circulaire) economie. De minister vindt dat dit nodig is door grote opgaven als klimaatverandering, natuurherstel en het woningtekort. Dat De Jonge de regie over ruimtelijke ordening meer naar de centrale overheid trekt, werd ook al duidelijk in een eerdere kamerbrief van 12 april 2022. Daarin schrijft hij dat de mogelijkheid voor gemeenten om lokale eisen aan de energiebesparing in gebouwen te stellen zal worden geschrapt.

Minister De Jonge is ook verantwoordelijk voor de nieuwe Omgevingswet die volgens planning op 1 januari 2023 in werking treedt. Het uitgangspunt van deze wet is dat de verantwoordelijkheid voor de fysieke leefomgeving zoveel mogelijk bij gemeenten komt te liggen, oftewel: ‘decentraal, tenzij’. Onze indruk is dat De Jonge afstand neemt van dit uitgangspunt door de regie voor de fysieke leefomgeving te hernemen.

De concrete gevolgen van het voorstel van De Jonge zijn moeilijk te overzien. Het lijkt er echter op dat gemeenten minder vrijheid zullen krijgen om lokale eigen regels ten aanzien van de fysieke leefomgeving te stellen. Voor onderwerpen als natuur, verduurzaming of huisvesting zal het daardoor moeilijker worden voor gemeenten om maatwerk te bieden dat past bij de lokale omstandigheden en wensen van inwoners. Voor initiatiefnemers van projecten zal dit waarschijnlijk voor meer duidelijkheid zorgen; nu de regels meer vanuit het Rijk zullen komen zullen die regels immers op de meeste plekken hetzelfde zijn. Dat maakt fabrieksmatige gestandaardiseerde bouw gemakkelijker.

Jan van Oosten is advocaat en partner bij Stibbe. 

Meer binnen de rubriek Woningmarkt en vastgoed