In Friesland zijn vandaag 1.560.000 palingen uitgezet. Het gaat om de jongste variant, zogenaamde glasaal. Met deze herbevolking wordt een flinke impuls gegeven aan de natuurlijke palingstand. Bij het Woudagemaal In het Friese Lemmer verzamelden Friese vissers zich om te helpen bij de uitzet van de enorme hoeveelheid jonge palinkjes. Voorbij het historische gemaal werd een klein deel uitgezet. De rest werd door 12 beroepsvissers verdeeld over heel Friesland.
De glasaaltjes zijn afkomstig van de Franse kust, meegevoerd door oceaanstromingen vanaf hun geboorteplek in de 6.000 kilometer verderop gelegen Sargassozee (Bermudadriehoek). Jonge palingen kunnen niet zelfstandig langs de Europese kustbarrières komen, om zoetwater te bereiken waar ze op willen groeien. In heel Europa geldt daarom de verplichting om jonge paling in zoetwater uit te zetten. Dit ligt vast in de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalbeheerplan.
De herbevolking levert een direct natuurvoordeel op: in veel gebieden waar grote hoeveelheden glasaal zich ophopen, zoals bij de Engelse en Franse riviermondingen, zou anders het overgrote deel van die glasaaltjes sterven. De glasaal wordt daarom opgevangen en vervolgens uitgezet in door de overheid geselecteerde gebieden. Wanneer ze tot volwassen palingen (zogenaamde schieralen) zijn uitgegroeid, kunnen ze vanuit deze gezonde leefgebieden terugzwemmen om in de Sargassozee voor nageslacht te zorgen.