Dit is een expertquote van Annet Koster, directeur, Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders, (KVNR).
U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen, met vermelding van de naam van de expert en organisatie. Aanleiding: Van luchtvaart tot drinkwater: toezicht veiligheid schiet tekort
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zegt dat het niet voldoende zicht heeft op de manier waarop certificaten worden afgegeven door certificerende instellingen. Dit zijn veelal particuliere bedrijven die namens de ILT keuringen uitvoeren en certificaten afgeven. Door dit tekortschietende toezicht weet de ILT niet zeker of het afgegeven certificaat staat voor veiligheid of duurzaamheid. Dat wil niet zeggen dat alles onveilig is, maar ook niet dat het honderd procent veilig is. De ILT ziet het simpelweg niet goed genoeg. Dat is het signaal dat de ILT afgeeft.
Eén van de onderzochte sectoren waar de ILT haar vraagtekens bij heeft, is de koopvaardij. In de afgelopen decennia is veel aan de markt uitbesteed. Ook in de koopvaardij. Klassenbureaus zorgen namens de ILT voor de scheepscertificaten en het Kiwa zorgt voor de bemanningscertificaten. Dit gaat gelukkig goed.
Naast nationaal toezicht is er bovendien nog een controlemechanisme in de zeevaart: havenstaatcontroles. Nederlandse schepen worden in buitenlandse havens geïnspecteerd door de lokale autoriteiten op naleving van de internationale regels. Als, bijvoorbeeld, Noorwegen fouten op een Nederlands schip en bemanning ziet dan eist Noorwegen dat het schip niet vertrekt uit de Noorse haven voordat de fouten zijn hersteld. Zo werkt dat mechanisme voor havenstaatcontrole: rotte plekjes in de appel moeten meteen worden weggehaald en compleet verrotte appels gaan direct uit de mand.
Nederlandse schepen scoren overigens heel goed bij inspecties in het buitenland. Vorig jaar stond de Nederlandse vloot op de tweede plek in een ranglijst van het samenwerkingsverband voor havenstaatcontrole in Europa (Paris MoU). Een geruststelling dat het wel goed zit met de certificaten van de schepen en de bemanningen die door de klassenbureaus en het Kiwa zijn afgegeven. Ofwel: terwijl de ILT zegt in het duister te tasten, wordt de sector (internationaal) goed gereguleerd en gecontroleerd.
Er is dan ook geen enkele reden tot paniek. Toch meent de KVNR dat er in de Nederlandse zeevaart zaken anders kunnen en moeten. De KVNR pleit al jaren dat er binnen de overheid een Nederlandse maritieme autoriteit moet komen. Net als in, bijvoorbeeld, Noorwegen. Eén maritieme autoriteit als overheidsorgaan waar beleid, uitvoering én handhaving zijn ondergebracht. Met voldoende ambtenaren om wél goed toezicht te houden op de certificerende instellingen en wél voldoende informatie met ze uit te wisselen. Dat kost geld, zondermeer. Maar zeker in de zeevaart kost een incident nog véél meer, voor mens, milieu én maatschappij.