Dit is een expertquote van Dirk Mulder, ING, in het kader van ANP Expert Support. U kunt dit bericht, of delen hiervan gebruiken op uw kanalen. Aanleiding: Leegstand panden daalde in 2021
Bij het aanpassen van een winkelbestemming naar woon-kantoor of flexibele bestemming, is voor het verkrijgen van een vergunning het realiseren van een compacter winkelgebied vaak een belangrijk uitgangspunt, met name bij signalen van toekomstige krimp. Het versterken van de fysieke retail in winkelgebieden bestaat voor een belangrijk deel uit het preventief aanpassen van de winkelbestemming van kansarme panden naar een woon- kantoor- of flexibele bestemming. Dit voorkomt leegstand en daling van vastgoedprijzen en stimuleert daardoor ook weer nieuwe particuliere investeringen.
Door verandering in koopgedrag en keuze van het aankoopkanaal door consumenten zien we dat de winkelstraat het moeilijk heeft, met leegstand tot gevolg. En hoewel de leegstand in 2021 volgens vastgoedadviseur Colliers in wijkwinkelcentra daalde van bijna 7 naar 6 procent, steeg deze in binnensteden juist van 7 naar 10 procent.
De overheid speelt een essentiële rol in de aanpak van leegstand, met als belangrijkste instrument de Retailagenda (opgezet door ministerie van EZK in 2015). Betrokken partijen hebben in 2021 uitgebreid onderzoek laten doen naar de belangrijkste drijfveren die impact uitoefenen op Retail en binnensteden en dorpskernen in de toekomst. Dit heeft eind juni van dit jaar geresulteerd in een strategische visie: “Duurzame en leefbare kernen richting 2025”. Daarbij ligt de focus op de vitaliteit van kernen, steden en dorpen, waar Retail en vastgoed bijdragen aan de leefbaarheid. In de uitvoering hiervan hebben gemeenten en provincies een sturende rol. Zij kunnen knellende regelgeving wegnemen en de markt stimuleren door een vrijer vestigingsbeleid.
Initiatief voor aanpassing winkelbestemming ligt bij provincie en gemeente
Omdat de urgentie door winkeliers en vastgoedeigenaren vaak te weinig wordt gevoeld, ligt de bal bij provincie en gemeente om de leegstand voor te zijn. Waar nodig moeten winkeleigenaren financieel worden aangemoedigd om tot verkoop of alternatieve invulling van het pand te komen.
Dat het proces van sanering van winkels en vloeroppervlak traag verloopt, is enerzijds een vastgoed gerelateerd probleem. Het is niet altijd eenvoudig panden te sluiten of aan te wenden voor andere functies. Anderzijds is het voor veel retailers ook moeilijk om keuzes te maken en businessmodellen aan te passen aan de nieuwe realiteit. Ik ken retailers die hun dure locatie omgeruild hebben voor een beter passende locatie. Op basis van hun naamsbekendheid hebben zij hun klantenbestand in stand kunnen houden. De lagere kosten zorgden voor een beter rendement.
Ook zullen retailers meer met elkaar moeten samenwerken. Dat betekent dat ze van gebaande paden moeten durven gaan, open zijn om samen naar een bepaald resultaat toe te werken. Dan kan de winkelstraat weer aantrekkelijker worden gemaakt.
Dirk Mulder is Sector Banker Trade & Retail bij ING Sector Banking.