Commissie van Beroep Kifid: coulanceregeling bankhelpdeskfraude wél van toepassing

25 OKT 2024 13:00 | Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid)

Een slachtoffer van bankhelpdeskfraude, wat gebeurde met de bankrekening van een stamrecht BV, komt wel in aanmerking voor schadevergoeding op grond van de zogeheten coulanceregeling. Dat de rekeninghouder een BV is en dat de rekening een zakelijke rekening is, staat daaraan niet in de weg, omdat de bankrekening feitelijk meer kenmerken heeft van een particuliere dan van een zakelijke rekening. De handelwijze van het slachtoffer is niet zo onverantwoordelijk en onoplettend dat de bank schadevergoeding heeft kunnen afwijzen. Zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde uitspraak CvB 2024-0077.

In november 2021 wordt een bijna 76-jarige man gebeld vanaf een anoniem nummer door iemand die zich voordoet als medewerker van ING Bank. Er zouden mogelijk verdachte transacties worden gedaan naar een Duitse rekening. Om dit te voorkomen moet het geld van de rekening worden veiliggesteld. De man volgt de aanwijzingen van de zogenaamde bankmedewerker en downloadt AnyDesk om toegang te geven tot zijn computer. Vervolgens zijn vier bedragen tot in totaal 63.600 euro overgemaakt van de bankrekening van de BV naar twee Duitse rekeningnummers. Tijdens het telefoongesprek komt de echtgenote van de man thuis en zij grijpt in omdat zij het niet vertrouwt. Zij belt direct de bank. De fraudedesk van de bank heeft ondanks spoedmails naar de Duitse bank niet kunnen voorkomen dat het geld al volledig was overgemaakt naar rekeningen in verschillende landen. De man heeft aangifte gedaan bij de politie. De echtgenote wil dat de bank de schade vergoedt in lijn met de coulanceregeling. In deze regeling hebben de vier grootbanken, waaronder ING, afspraken gemaakt om particuliere klanten die slachtoffer zijn geworden van bankhelpdeskfraude uit coulance de schade te vergoeden. De bank wijst dit af omdat de rekeninghouder een BV is en het gaat om een zakelijke rekening, zodat de coulanceregeling niet van toepassing is.

Bankrekening meer ‘particulier’ dan ‘zakelijk’

De bankrekening, waarmee de bankhelpdeskfraude heeft plaatsgevonden, staat op naam van de BV en is formeel een zakelijke rekening. Bij de beoordeling van deze klachtzaak kijkt de Commissie van Beroep daarnaast echter ook naar het feitelijke gebruik van de rekening. De bankrekening is alleen nog in gebruik voor het pensioen van de man. De BV oefent geen bedrijfsactiviteiten meer uit. Gelet hierop heeft de bankrekening feitelijk meer kenmerken van een particuliere dan van een zakelijke rekening.

Rekeninghouder aan te merken als consument

De Commissie van Beroep verwijst in haar uitspraak ook naar de bedoeling van de Coulanceregeling, zoals de minister van Financiën destijds in een brief aan de Tweede Kamer heeft geschreven. Die bedoeling is om rekeninghouders die zijn aan te merken als consument coulance te bieden bij bankhelpdeskfraude.

Reglement Geschillencommissie Kifid

De Commissie van Beroep verwijst ook naar het Reglement van de Geschillencommissie van Kifid waarin, kort gezegd, is bepaald dat het belang waar het om moet gaan in wezen een privé belang is. Dat is in deze zaak het geval.

Verantwoordelijk en oplettend

Volgens de bank heeft de man onverantwoordelijk en onoplettend gehandeld. Daar gaat de Commissie van Beroep niet in mee. De handelwijze van de man is niet zo onverantwoordelijk en onoplettend dat de bank schadevergoeding heeft kunnen afwijzen. De Commissie van Berop vermeldt nog dat de bank zelf in een samenvatting van de gebeurtenissen heeft gesteld dat de man op geraffineerde wijze is opgelicht. Er is geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de coulanceregeling dat het slachtoffer uit coulance de volledige schade vergoed krijgt.

Slotconclusie

De bank moet op grond van de Coulanceregeling voor bankhelpdeskfraude dus het volledige bedrag van 63.600 euro (met rente) vergoeden. Daarnaast komen de kosten voor de beroepsprocedure voor rekening van de bank.

Deze uitspraak van de Commissie van Beroep (CvB 2024-0077) van een consument tegen ING bank is bindend en komt in de plaats van de eerder gedane uitspraak GC 2023-0890.

Meer binnen de rubriek Economie en geld