Het kabinet heeft met het regeerakkoord ‘vertrouwen in de toekomst’, maar voor het primair onderwijs ligt die toekomst te ver in het verschiet. Het kabinet wil pas vanaf 2021 echt in werkdruk investeren, zo blijkt uit het regeerakkoord. En dat is veel te laat, de nood is nu te hoog.
Het verlagen van de werkdruk en verhogen van de salarissen moet het vak voor zittende en toekomstige leraren aantrekkelijker maken. Dat is broodnodig omdat het primair onderwijs al op korte termijn afstevent op een fors lerarentekort.
Rinda den Besten, voorzitter Po-Raad: ,,Het is goed om te merken dat het kabinet oog heeft voor de grote problemen in onze sector. Maar het probeert die met slakkengang op te lossen, dat werkt dus niet. Dus toegezegde 450 miljoen voor werkdruk komt pas in 2012 volledig beschikbaar. Dat is te laat om het tekort nu aan te pakken’’.
Zorgen heeft de PO-Raad ook over de verdere bekostiging. Zo rept het kabinet nergens over het tekort voor onder meer schoolborden, ICT/connectiviteit en schoolgebouwen, de zogenoemde materiele instandhouding. Onduidelijk is bovendien nog wat er gebeurt met het nog openstaande tekort van 500 miljoen euro op de onderwijsbegroting. Het kabinet suggereert dit niet voor rekening te laten komen van het onderwijs, maar tegelijkertijd staat een bezuiniging ingeboekt voor het ‘doelmatiger besteden van onderwijsmiddelen’. Kortom ”vertrouwen in de toekomst” met een zeer groot vraagteken wat de PO-Raad betreft.
Dit is een origineel bericht van PO Raad
Ga naar alle berichten van deze organisatie.