Geen 1,4 miljard, wel 270 miljoen euro. Dat bedrag trekt het demissionaire kabinet extra uit voor de ‘verbetering van en nieuwe arbeidsvoorwaarden in het primair onderwijs’, zo staat nu zwart op wit in de Onderwijsbegroting die vandaag op Prinsjesdag werd gepresenteerd. Een eerste stap in de goede richting, reageert de PO-Raad, maar nog geen eindstation.
Met de 270 miljoen euro komt het kabinet voorzichtig tegemoet aan het primair onderwijs (po) dat afstevent op een fors lerarentekort. Om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken en te houden voor zittende en nieuwe leraren, staan werkgevers en werknemers al tijden op de bres voor meer salaris en minder werkdruk voor de werknemers in het po. Het bijbehorende prijskaartje: 1,4 miljard euro, zo rekenden de partijen van het PO-front - waaronder de PO-Raad – voor.
Afgelopen zomer leek deze oproep een splijtzwam te worden voor het demissionaire kabinet. Waar VVD onvermurwbaar leek, dreigde PvdA-leider en minister Lodewijk Asscher de stekker uit het kabinet te trekken als deze op Prinsjesdag niet over de brug zou komen met extra geld. Asscher trok daarbij aan het langste eind. Vrijdag lekte uit dat 270 miljoen euro extra naar het po gaat.
,,Geen vetpot, maar wel een eerste stap en een teken dat onze oproep wordt gehoord’’, aldus Rinda den Besten, voorzitter van de PO-Raad. ,,Het is zaak dat een nieuw kabinet nu doorpakt. Laat deze eerste stap geen laatste stap zijn.’’
Alle ogen en pijlen zijn nu gericht op de partijen die onderhandelen voor een nieuw kabinet. Het is daar waar de keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden bepaald. Het demissionaire kabinet moest met een halve hand op de knip een begroting maken. Die kent dan ook rijksbreed weinig verrassingen.
De PO-Raad hoopt dan ook vurig dat de potentiële regeringspartijen serieus en breed kijken naar de penibele financiële situatie in het primair onderwijs. Dat kampt al jaren met bezuinigingen en kosten die sneller stijgen dan de inkomsten. De basisbekostiging is niet op orde om alle ambities in het onderwijs waar te maken, zo bleek ook onlangs weer uit onderzoek van SEO Economisch Onderzoek.
De PO-Raad kijkt dan ook met argusogen naar een tekort die al enige tijd op de onderwijsbegroting staat. In 2019 is dit bedrag opgelopen tot 415 miljoen euro. Het is aan een volgend kabinet om te beslissen hoe dit gat wordt gedicht. ,,Het is meer dan onverantwoord om nog meer op onderwijs te bezuinigen'', waarschuwde Den Besten daarom in juni.
Den Besten benadrukt: ,,Alleen als we investeren in het primair onderwijs kunnen we zorgen voor gelijke kansen voor alle kinderen en de kwaliteit van het onderwijs goed houden’’. Juist die kwaliteit staat onder druk stelde de Inspectie van het Onderwijs afgelopen voorjaar. Daarmee is ook de politieke ambitie om tot de top-vijf van de kenniseconomieën behoren verder uit zicht geraakt.
Om acute tekorten aan leraren op te lossen, pleit de PO-Raad ook voor een goede opleiding en begeleiding van zij-instromers. Daarmee kan het aantrekkelijker worden voor mensen uit andere sectoren om zich om te scholen.
Daarnaast werkt de PO-Raad mee aan alternatieve opleidingsroutes tot leraar. Mede op initiatief van de PO-Raad kunnen studenten binnenkort een diploma halen van een universitaire bachelor aan de Radboud Universiteit.
270 miljoen euro, hoeveel is dat eigenlijk?270 miljoen staat gelijk aan:* 176 euro per leerling* 2,7 procent van de totale begroting voor het po
Dit is een origineel bericht van PO Raad
Ga naar alle berichten van deze organisatie.