Het mbo profiteert steeds meer van internationalisering
Samenwerken met buitenlandse studenten, docenten en organisaties in het kader van Erasmus+ levert het Nederlandse mbo veel op. Zo leiden uitwisselingen en stages bij mbo-studenten tot verbeterde interculturele competenties en zelfvertrouwen, en levert internationale samenwerking mbo-instellingen betere inbedding van internationalisering in hun organisatie op. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd onderzoek van Dialogic/OckhamIPS[1], naar de impact van Erasmus+ op het mbo. De onderzoekers zien dat Erasmus+ echter nog niet alle mbo-opleidingen bereikt.
Meerwaarde voor instellingen, docenten en studenten
Deze inventariserende studie onderzoekt hoe de impact van het EU-programma Erasmus+ er in de mbo-praktijk uitziet voor instellingen, docenten en studenten. Meer dan 85% van de respondenten[2] ziet een (sterk) verbeterde inbedding van internationalisering in de onderwijsinstelling na deelname. Ruim 80% ziet bij docenten een verbeterd bewustzijn en verbeterde competenties om internationalisering te bevorderen. De grootste meerwaarde van deelname van Erasmus+ treft volgens de respondenten de studenten: hun zelfvertrouwen (78%), persoonlijke ontwikkeling (80%) en interculturele competenties (78%) gaan er (zeer) op vooruit.
Weinig uitwisselingen bij techniek, welzijn en bedrijfskunde
De onderzoekers analyseerden welke mbo-opleidingen veel gebruik maken van de uitwisselingsmogelijkheden van Erasmus+. Bij de studierichtingen kunst, onderwijskunde en toerisme gaan relatief veel studenten en docenten op uitwisseling of stage. Bij techniek, welzijn, en bedrijfskunde & administratie is juist een relatieve ondervertegenwoordiging van buitenlandstages, gemeten naar aantallen studenten per studierichting.
Partnerschappen leiden tot duurzame verbindingen
Via Erasmus+ starten mbo-instellingen ook partnerschappen op met buitenlandse organisaties en onderwijsinstellingen. Veelgenoemde doelen van zulke samenwerkingen zijn: nieuwe curricula en lesmethoden ontwikkelen, kennis van ondernemerschap opdoen en betere internationale relaties opbouwen. Als impact van deze samenwerkingen ziet 72% van de respondenten een verbeterde en duurzame samenwerking met bedrijven, ziet 86% verbeterde onderwijsprogramma's en ziet 67% verbeterde structuren voor kwaliteit.
Opstap naar innovatieve samenwerking
Het effect van deelname aan Erasmus+ op innovatie zit volgens het onderzoek vooral in de bredere samenwerkingsrelaties met externe partners, netwerken en samenwerkingsverbanden. CoVEs[3] (Centers of Vocational Excellence), die zijn bedoeld om innovatie in het mbo regionaal een boost te geven, blijken bij veel respondenten onbekend. Respondenten van instellingen die wel aan een CoVE deelnemen is gevraagd of Erasmus+ hierin een rol had gespeeld. Meer dan 60% van hen geeft aan dat deelname aan Erasmus+ werkte als een opstap voor deelname aan een CoVE. Mbo-innovatiecentra worden door Erasmus+ minder bereikt.
Aandachtspunten voor de toekomst van Erasmus+
De onderzoekers adviseren de bruikbaarheid van producten die voortvloeien uit partnerschappen te vergroten (zoals leermiddelen, tools, onderwijsinnovatie). Ook raden ze aan de inclusiviteit van het programma te bekijken als het gaat om het bereiken van meerdere studierichtingen. Verder kan deelname van innovatiecentra aan Erasmus+ worden gestimuleerd, de bekendheid van CoVE's worden verbeterd en doorgroei naar deelname aan CoVE's worden versterkt.
Over Erasmus+
Het Erasmus+ programma financiert leermobiliteit voor studenten en docenten (KA1 mobiliteit) en internationale partnerschappen (KA2). In het Nederlandse mbo vindt bijna evenveel KA1 als KA2 plaats. Ongeveer de helft van de mbo-instellingen maakt gebruik van KA1 én KA2.
[1] Het Nederlandse Nationaal Agentschap Erasmus+ is de opdrachtgever en heeft het onderzoek betaald.
[2] In dit onderzoek is gebruik gemaakt van 4 onderzoeksmethoden: a) data-analyse van de subsidieprojecten 2014 tot en met 2020 voor mobiliteit en strategische partnerschapsprojecten in het mbo; b) een enquête waar 228 personen van subsidie-ontvangende mbo-instellingen voor zijn benaderd. Van hen hebben 75 respondenten de enquête volledig ingevuld; c) case studies in twee MBO-innovatiecentra om de rol van Erasmus+ bij deze best- practices in kaart te brengen; en d) telefonische interviews met niet-deelnemende MBO-innovatiecentra.
[3] CoVE’s brengen een breed scala van lokale, regionale en nationale partners uit verschillende landen bij elkaar om samen ‘skills ecosystemen’ te ontwikkelen die bijdragen aan regionale ontwikkeling, innovatie, industrieclusters en slimme specialisatiestrategieën, evenals aan sociale inclusie. Ze delen een gezamenlijke interesse in specifieke sectoren (bijvoorbeeld groene en circulaire technologieën, e-mobility of gezondheidszorg) en een innovatieve benadering om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken (bijvoorbeeld artificiële intelligentie, klimaatverandering of de integratie van migranten).
Dit is een origineel bericht van Nuffic
Ga naar alle berichten van deze organisatie.