Op 9 september was het precies 30 jaar geleden dat de eerste PlayStation op de Amerikaanse markt verscheen. In deze drie decennia is gaming uitgegroeid tot iets wat meer is dan alleen entertainment. Wat in 1994 begon als een revolutionaire console is uitgegroeid tot een cultureel en educatief fenomeen, een fenomeen dat nu miljarden aan inkomsten genereert en bijna elk huishouden betreft.
Naast dit commerciële succes brengt een groeiend aantal academische onderzoeken de positieve impact aan het licht die games kunnen hebben op leren en persoonlijke ontwikkeling. Onderzoeken zoals die van Vélez en Herrero uit 2022 tonen aan hoe commerciële videogames het leren van talen, wetenschappelijk begrip en historische kennis kunnen verbeteren. Door spelers onder te dompelen in rijke, interactieve werelden stimuleren deze games leesbegrip, kritisch denken en probleemoplossend vermogen; allemaal belangrijke vaardigheden die direct overdraagbaar zijn naar levensechte situaties.
Maar de voordelen gaan verder dan cognitieve groei. Onderzoek toont aan dat gamen de hand-oog coördinatie, fijne motoriek en ruimtelijk bewustzijn kan verbeteren, vooral door snelle actie- en sportgames. Ondertussen bevorderen collaboratieve en online games sociale interactie, communicatie en teamwerk. Misschien wel het belangrijkst is dat gamen in verband wordt gebracht met verbeterd mentaal welzijn: het biedt ontspanning, emotionele regulatie, sociale verbinding en zelfs een gevoel van prestatie en doel. Organisaties zoals Special Effect werken bijvoorbeeld hard om games toegankelijker te maken en hun voordelen uit te breiden naar mensen met een beperking.
Gaming is niet langer alleen een miljardenindustrie. Het is een veelzijdig platform voor leren, groei en verbinding. En ondanks de uitdagingen die in een recent NPO-artikel worden getoond, wegen de voordelen duidelijk op tegen de nadelen.