Fenomeenstudie van Bureau Beke en Universiteit Utrecht geeft inzicht in bijtincidenten en hondengevechten
Hoog-risico honden zijn relatief vaak betrokken bij bijtincidenten met andere honden en mensen, blijkt uit de fenomeenstudie ‘’Hoog-risico honden, een bijtend probleem?’’ van Bureau Beke en de Universiteit Utrecht. Hoog-risico honden zijn Bull- of Staffordachtige honden en kruisingen daarvan. Zij blijken vaker ernstige schade toe te brengen aan andere honden. Ook zijn ze veelal betrokken bij bijtincidenten met mensen.
Noodzaak tot gerichte voorlichting naar gelang type bijtincident
Bureau Beke en Universiteit Utrecht constateren dit na onder andere een analyse van meer dan 400 politieregistraties uit 2016 en 2017. Waar de hoog-risico honden relatief vaak schade maakt bij andere honden en mensen, komen herdershonden relatief vaak naar voren bij doodgebeten andere dieren als katten en schapen. De uitkomsten van het rapport bieden aanknopingspunten voor een effectievere inrichting van de preventie van bijtincidenten. “Nu wordt vaak nog lukraak geroepen dat meer voorlichting nodig is. Onderscheid naar type bijtincident is echter noodzakelijk om die voorlichting effectief te maken”, aldus een woordvoeder van de Koninklijke Hondenbescherming, de opdrachtgever van het onderzoek. “Houders moeten zich meer bewust zijn van de erfelijke basis die in hun hond zit. Herdershonden jagen relatief vaker andere dieren zoals schapen na. Hoog-risico honden tonen vaker heftige soortgenotenagressie.” Die soortgenotengerichte agressie kan mogelijk verklaard worden doordat juist hoog-risico honden van oorsprong gebruikt zijn voor hondengevechten. Dat hondengevechten ook vandaag de dag nog in Nederland plaatsvinden, blijkt ook uit het rapport. Hoewel hondengevechten verboden zijn, zijn er diverse typen hondengevechters te duiden. Zij lijken niet alleen betrokken bij de gevechten, maar worden ook regelmatig in verband gebracht met criminaliteit, zoals bijvoorbeeld drugscriminaliteit.
Vroegtijdige aanpak knelpunten naast preventie
Juist de houders van hoog-risico honden lijken gemiddeld jonger, blijkt uit het rapport van Beke en Utrecht. Vooral zorgwekkend is de in het rapport genoemde betrokkenheid van jongens tussen de veertien en vijfentwintig bij hondengevechten. Jongeren kiezen vaak voor een hoog-risico hond als statusverhogend ‘instrument’. Zonder te beseffen wat die hond vraagt, ook om hem veilig te houden in de samenleving. “Een verplichte cursus voordat men aan een hond begint en meer educatie voor jongeren is echt hard nodig”, geeft de woordvoerder van de Koninklijke Hondenbescherming aan. “We willen jongeren bereiken voordat ze een hond aanschaffen of een beeld ontwikkelen dat een hond een instrument is, in plaats van een dier met gevoel en een eigen leven. Wij ontwikkelen daarom een educatief pakket voor en met jongeren’’, aldus de woordvoerder van de Hondenbescherming. Preventie komt volgens de organisatie naast een vroegtijdige aanpak als knelpunten ontstaan. Een voorbeeld van vroegtijdige aanpak is de instelling van een laagdrempelig gemeentelijk meldpunt in Rotterdam. Hier meldt een burger het als er zorg is rondom hondenhouderschap. “Educatie en vroeg ingrijpen weert beschadigende bijtincidenten uit onze samenleving geeft de hond weer zijn vertrouwde rol als maatschappelijke meerwaarde’’, aldus de Hondenbescherming.
Dit is een origineel bericht van Koninklijke Hondenbescherming
Ga naar alle berichten van deze organisatie.