Overgewicht en obesitas zijn een wereldwijd probleem. Een van de boosdoeners is ons snackgedrag tussen maaltijden door. Veel onderzoek naar snacken richt zich op snacken als beredeneerd gedrag. Maar snacken is vaak helemaal niet beredeneerd: we snacken ook impulsief uit gewoonte of uit emotie. Onderzoek, maar ook interventies gericht op het aanleren van gezond eetgedrag houden daar nog weinig of geen rekening mee. Saskia Wouters, docent en onderzoekster bij de Open Universiteit, onderzocht dit impulsieve snackgedrag. Dat deed ze met behulp van de smartphone app Snackimpuls. Op donderdag 22 maart verdedigt ze haar proefschrift ‘Between-meal snacking in daily life’ bij de Open Universiteit in Heerlen.
De app Snackimpuls
De Snackimpuls-app stelt gebruikers tien keer per dag gedurende 7 opeenvolgende dagen, op willekeurige tijdstippen, een aantal vragen. Die vragen gaan over hun stemming op dat moment, de situatie waarin ze zitten, en hun eet- en drinkgedrag sinds de vorige piep. Dit leverde bijna 15.000 rapportages op die een gedetailleerd beeld geven van emoties, stress en snackgedrag van de deelnemers. Saskia Wouters analyseerde de resultaten rekening houdend demografische kenmerken als geslacht, leeftijd en opleidingsniveau.
Ga je meer snacken als je je niet goed voelt?
Uit het onderzoek van Wouters blijkt dat mannen mínder snacken als ze zich niet goed voelen (negatieve gemoedstoestand). Bij vrouwen doet zich dat verschijnsel niet voor, maar ze snacken ook niet méér als ze zich niet goed voelen. Mannen en jongvolwassenen (20-30 jaar) snacken juist meer als ze zich wél goed voelen. Verder blijken laag tot middelbaar opgeleiden te snacken uit gewoonte. Hoe sterker de gewoonte, hoe meer snackinname (kcal).
Helpt snacken tegen stress?
Wouters onderzocht verder of je je door snacken ook beter voelt en als dat zo is, of voedingsstoffen (koolhydraten, vetten en eiwitten) dit effect kunnen verklaren. Haar studie toont dat als mensen in reactie op dagelijkse stressveroorzakers hebben gesnackt, hun negatieve gemoedstoestand iets lager is dan wanneer zij niet hebben gesnackt. Snacken dempt dus een beetje het negatieve gevoel. Dit dempend effect wordt niet teruggevonden bij de onderzochte voedingsstoffen. Integendeel: de hoeveelheid geconsumeerde koolhydraten vertoont juist een versterkend effect op de negatief affectieve stressreactiviteit. Hoe meer koolhydraten je hebt genuttigd sinds de vorige piep, hoe hoger de negatieve gemoedstoestand in reactie op gebeurtenis gerelateerde stress. Voor vetten en eiwitten werd geen effect gevonden. Wouters adviseert dan ook verder onderzoek te doen naar de beslissende mechanismen in het dempende effect van snacken. Haar onderzoek toont aan dat het bij het stimuleren van gezond eetgedrag belangrijk is om niet alleen te kijken naar cognitieve determinanten, maar ook naar gewoontes en emotionele situaties.
Saskia Wouters (Amsterdam 1962) verdedigt haar proefschrift Between-meal snacking in daily life op donderdag 22 maart om 13.30 uur bij de Open Universiteit in Heerlen. Promotores zijn prof. dr. Lilian Lechner en prof. dr. Nele Jacobs. Co-promotor is dr. Vivian Thewissen.
Dit is een origineel bericht van Open Universiteit
Ga naar alle berichten van deze organisatie.